Op het moment dat het gebeurde, heb ik gezegd: “Kijk Anke, ge hangt er aan voor een blog.” Op dat moment stikten wij ook bijna van het lachen. En beloftes zijn er om waargemaakt te worden. Bij deze.

Bedenk u volgende situatie. Drie vriendinnen zitten samen aan een tafeltje in een restaurant. We doen dat wel vaker, we hadden zelfs een goed adres. Maar toen er op een bepaald moment een rat langs het open raam passeerde en ze datzelfde raam – dat trouwens een schuifraam was, inderdaad tot op de grond – niet wilden sluiten. Zijn we daar nooit meer geweest. U begrijpt dat wel. Ik ben doodsbang van ratten, ik heb geen zin om tijdens mijn eten op een stoel te gaan gillen. Voila.

We zaten dus ergens in een nieuw ontdekt etablissement in de Brusselse rand gezellig te keuvelen. T. en ik hadden een lekkere tonijn gegeten (ja, ik weet dat het not done is, maar zoooo lekker). De rijst met limoensaus hadden we laten vervangen door handgemaakte frietjes. Want als we dan toch op restaurant gaan, gaan we er volledig voor. Anke had een voorgerecht in hoofdgerechtversie laten komen: kaas- en garnaalkroketten. Met frietjes, uiteraard. Tot zover verliep alles (vrij) normaal.

Toen we aan het dessert waren aangekomen (en dat was snel, want de tijd vliegt altijd als wij samen zijn), doken T. en ik in de kaart. Een lekkere crême brûléé of misschien toch een dame blanche? Na een maand zonder chocolade koos ik volmondig voor het laatse. En T. is me gevolgd. Of was het andersom? Enfin, het doet er niet doe.

Het gaat om het dessert van Anke. Ze zei plots: “zou dat heel raar zijn als ik als dessert nog een portie kaaskroketten bestel?”

– Euh. Ja.

Maar klant is koning, dus laat u vooral gaan. Als gij het durft te bestellen, dan gaan ze dat zeker brengen. Toen de ober kwam, konden wij al bijna niet meer van het lachen. T. en ik bestelden ons ijsje. Smooth. Toen was het de beurt aan Anke.

“Zou ik nog een portie kaaskroketten kunnen krijgen aub?”.

– * Met verschrikt gezicht*: Nog een portie? Was het niet in orde misschien?

“Jawel, maar zo gewoon. Als dessert”.

Waarop die kelner droogweg zei:

“Geen probleem. Met of zonder slagroom?”

 

Ik heb nog buikpijn als ik er aan denk.

Normaal worden mensen hier alleen met een letter en een punt aangesproken. Maar Anke heeft expliciet gevraagd om niet als vriendin A. te verschijnen. Anke dus. Die dat daar kaaskroketten eet als dessert.