De vorige keer was het allemaal nog voorwaardelijk. Maar in ieder geval, vanaf het moment dat ik zwanger was, wilde ik borstvoeding geven. Ik wist natuurlijk niet waar ik voorstond. Maar mijn lief stond er ook achter en ik heb me zo goed mogelijk voorbereid. En mijn gedacht er ook op gezet. En vooral, I was expecting the worst.

Dat bleek allemaal niet nodig. Op dag drie in het ziekenhuis was ons ventje al aan het bijkomen en ondertussen zit hij al flink boven zijn geboortegewicht. Ik vind nog steeds dat er vooral heel veel voordelen zijn, ook al is het dodelijk vermoeiend. En ik wil opnieuw niemand voor het hoofd stoten. Ik zet gewoon mijn ervaringen/tips/gevoelens op een rijtje. Ge doet er verder mee wat ge wilt.

–          Als je voor borstvoeding wil gaan, kies dan een borstvoedingsvriendelijk ziekenhuis om te bevallen. Als ze je in het begin niet bijstaan, dan moet je al heel goed voorbereid zijn om het te doen lukken. Meteen na de bevalling hebben ze ons met ons drietjes laten genieten van elkaar. Basiel werd toen al meteen aangelegd.

 

–          Toch is het opletten, want zelfs in zo’n ziekenhuis zijn er veel verschillende meningen en die kunnen je onzeker maken. Ik ben bijvoorbeeld een halve dag slecht geweest om wat een eerstejaarsstudent had gezegd. En dat was nergens voor nodig. Mijn grootste tip: volg je eigen gevoel en leer je baby kennen. En dan vinden jullie elkaar wel!

 

–          Je hoort vanalles over tepelkloven en borstonstekingen en ik besef dat het still early days is. Maar met goede zalf en goed aanleggen heb ik nog geen helse pijnen gehad. Zelfs bijna niet. (En hey, ik ben bevallen zonder epidurale, pijn is nog wel een ander paar mouwen ;-))

 

–          Het is zo verschrikkelijk gemakkelijk! Je hebt je eten altijd bij, het is gratis en op temperatuur. Daarom zijn wij ook niet bang om ergens naartoe te gaan. Basiel heeft al twee keer eten gekregen op restaurant (aangelegd in een hoekje of op het toilet, daarna discreet met een dekentje weer aan tafel geschoven), in een tent van het Rode Kruis (ze hebben meteen een hoekje gemaakt voor ons) en in openlucht. Ik zeul dan niet altijd het borstvoedingskussen mee, het gaat ook zonder als het moet. Ik heb natuurlijk ook geen gêne, maar zelfs als je dat wel hebt, vind je ook wel een plekje. (Het is dan alleen een beetje eenzamer)

 

–          Spreek erover met je partner. Ik heb het geluk dat mijn lief er even hard achter staat als ik. En omdat hij ziet hoeveel ik ermee bezig ben, neemt hij daarbuiten zoveel mogelijk uit mijn handen. En dat heb je nodig, zeker in het begin. Een partner die je steunt en aanmoedigt om het vol te houden.

 

–          Weet dat je meloenen krijgt. Ik ben zelf van een bescheiden B naar een stevige D gegaan. Geen idee wat er na de borstvoeding mee zal gebeuren, dat is nog even ver-van-mijn-bed-show. Maar ik loop echt rond met meloenen. En als er een paar uur tussen gezeten heeft, dan zijn het zelfs gespannen watermeloenen. Maar ze verkopen goeie beha’s. En ge kunt al eens uitpakken met een decollete als ge dat zou willen.

 

–          Laat je helpen! Ik ben prenataal en postnataal naar een lactatiedeskundige geweest. En bij dat laatste is mijn lief meegegaan. Heel interessant. Zo drinkt hij nu dankzij simpele tips mijn borst veel beter leeg, waardoor hij minder snel weer honger heeft en ik soms toch eens langer dan een uurtje kan slapen overdag. En de truc van het inbakeren, die bleek ook goud waard. Hout vasthouden, maar sindsdien hebben we twee goede nachten gehad. Door het inbakeren, kan hij zelf in slaap vallen, wat daarvoor vooral lukte op mijn of papa’s borst. Overdag slaapt hij flink vanzelf, maar ’s nachts wilde dat niet lukken. Maar met dat inbakeren lijkt het beter te gaan. Nu alleen nog een betere doek gaan halen in de Hema.

 

–          Het enige nadeel dat ik voorlopig zelf ondervind, is het meteen ook het grootse voordeel. Ik en ik alleen kan dat ventje eten geven. Dat is uniek en zalig, maar ook dodelijk vermoeiend. Vooral ’s nachts ben ik soms helemaal kapot en heb ik af en toe geen zin, maar ook dat gaat wel voorbij (daar ga ik toch van uit). En je moet je er gewoon op voorbereiden dat je in het begin een heel groot stuk van de dag (en de nacht J) aan het voeden bent. Maar als je je daar op instelt, dan lukt dat ook. Als je dat stuk op voorhand niet ziet zitten, begin er dan niet aan. Begrijp me niet verkeerd, ik ben echt heel heel moe. Langer dan 4 uur aan één stuk slapen, bestaat even niet meer. (En meestal is het niet zo lang) Maar met een baby in huis, zijn wallen toegestaan me dunkt.

 

Voila, een overwegend positieve evaluatie. Het gaat eigenlijk supergoed, behalve dan dat ik heel moe ben. En dat ik het niet even aan iemand anders kan geven (maar dat is stiekem ook leuk, snap je?). Basiel is heel erg afhankelijk van mij. Maar dat mag ook even. Ik ben nog een tijdje thuis, en die tijd staat in het teken van mijn zoon. Ik blijf de dingen doen die ik daarvoor deed, maar hij is er gewoon bij. En ik zou het me niet meer anders kunnen voorstellen.

Als je mij zou vragen te borst of niet te borst, dan blijf ik er volledig achter staan: borstvoeding rules!