De afwezigheid is nooit zo aanwezig als op grote gebeurtenissen. Of op kleine momenten, als de leegte gewoon gevuld had moeten zijn. Of op je 36ste verjaardag, als je gewoon zelf een feestje voor je vrienden en familie had moeten doen en zelf voor drank en eten had moeten zorgen.


We missen je elke dag, op de grote en de kleine momenten. Weet je al dat je een vers neefje hebt? Je kleinste zus is mama geworden, en waar ben jij? Je grote zus is getrouwd met Tom, en waar ben jij? Ons moeke maakt geweldig spannende dingen mee met zusters, en waar ben jij? Ons vake staat af en toe op een golfterrein, en waar ben jij?


Ik weet het niet. Soms wil ik gewoon de telefoon nemen om te vragen of je dat ene kan regelen of dat andere in je magazijn hebt staan. Een milliseconde vergeet mijn brein dat ik helemaal niet kan bellen. Ik had gehoopt dat je op 28 mei met een of andere zotte act tevoorschijn was gekomen, want eigenlijk is de show stelen op een podium waar onze verwantschap stiekem echt kwam bovendrijven. Ik had gehoopt dat je op een ongepast uur de kraamkliniek was binnengestormd (via spoed, maar dat trok je je niet aan) om Emile toch nog rap te ontmoeten. Omdat jouw schema altijd net een tikje anders lag dan hetgeen was afgesproken.

Vermoedelijk zou je hier vandaag ook pas over een dik uur arriveren, op je eigen feestje. Maar niet ongemerkt: wel met veel show de bocht nemen op de oprit, luide foute muziek door de boxen, met een zonnebril op en een outfit on point.


Waar ben je? Ik weet het niet.


Jij bent hier. Op de lege stoel. Bij het flesje bier dat op jou gedronken wordt. In de verhalen die over jou verteld worden. In het mijmeren en herinneringen ophalen. In het voelen dat er een breuklijn is. Dat is weten dat er geen nieuwe verhalen meer gemaakt worden, maar dat we wel blijven vertellen. Over mijn enorm speciale broer. Bijzondere zoon. Gekke nonkel Thomas. Fantastische peter. Goeie vriend.


Er is een ‘ons’ voor met jou. Er is een ‘ons’ na zonder jou. Maar jij bent hier, altijd. Ergens. Bij ons.