Pannenkoeken zijn een rode draad in ons leven. Dat is eigenlijk een serieus understatement. De platte delicatesse is er volledig verantwoordelijk voor dat wat over-en-weer-mailen-met-vlinders een echte ontmoeting werd. Uiteraard op aangeven van i., die vond dat wij wel  eens de perfecte match konden zijn. En kijk, twee kinderen en bijna 7 jaar later heeft ze nog altijd groot gelijk.

Maar pannenkoeken dus. Als het goed gemaakt is, blijft het één van mijn lievelingsgerechten. Ik kan het op elk moment van de dag opsmikkelen. Het staat voor gezelligheid, liefde maar ook troost. En perfect dat betekent voor mij: lekker dun, goed van smaak en goudgeel gebakken. Eventueel met een hard stukje aan de kant. (Die harde stukjes zijn mijn favoriet. Yummie.)

Bij mijn mannen zijn de meningen verdeeld. Tom zal er wel al eens eentje meepikken, maar Basiel laat de pannenkoekenhype volledig aan zich voorbijgaan. Onze oudste is absoluut geen zoetebek, op een frangipanneke van Lotus na (dat is nogal specifiek ja – probeer niet met een huismerk af te komen want hij eet het_niet_op).

Bij Felix is het een ander verhaal. Als ik hem pannenkoeken voorschotel, volgt er doorgaans snel “nog eentje mama!”. Hij kan wat verzetten, onze benjamin.

Met zijn koemelkallergie moest ik dus op zoek naar een alternatief. Want ik kan niet altijd in den duik pannenkoeken staan bakken en eten. Ik heb wat geëxperimenteerd en geprobeerd, maar uiteindelijk werkt dit recept het beste voor ons. Ik bak nu eigenlijk nooit meer ‘gewone’ pannenkoeken, omdat ik ze veel lekkerder vind. Ze hebben een interne zoetheid, waardoor het zelfs niet meer nodig is om suiker of een andere calorierijke bedekking toe te voegen. Ik presenteer u de kokosmelkpannenkoek.

NODIG:

  • 1 liter kokosmelk (van Alpro of zo, niet het soort waarmee je een Thaise curry maakt)
  • 2 à 3 eieren (hangt er wat van af hoe groot de eieren zijn)
  • zelfrijzende bloem

WERKWIJZE:

Ik ben de grootste patisseriemislukking van de lage landen. Dat meten en afwegen niet mijn favoriete hobby is, heeft daar vast toe bijgedragen. Ik kan dus geen exacte maten meegeven, want ik maak het deeg altijd op gevoel.

Ik doe de kokosmelk volledig in een grote kom. Ik voeg wat bloem en de eieren toe en klop het tot een vlot geheel. Als het deeg nog te dun aanvoelt, doe ik er wat bloem bij en klop weer glad. Dat herhaal ik tot het deeg naar mijn gevoel goed zit. (Oh crap, aan zo’n vaag recept heb je niets zeker? Sorry.)

De juiste pan is ook van cruciaal belang. Het is een geweldige zoektocht geweest, maar uiteindelijk blijkt de pan van Berghoff die we met Carrefour-punten gespaard hebben, een schot in de roos. (Naar aanleiding van blogposts als deze  geef ik maar even mee dat deze post op geen enkele manier gesponsord is. Ik heb alles zelf betaald. Ik heb geen bijbedoelingen. Het is gewoon een toppan, die ik voor ongeveer alles gebruik.)

Ik gebruik ook bewust olie, omdat mijn oma dat ook altijd deed. Zij was absoluut geen culinair talent, maar haar rijstpap en pannenkoeken waren de allerbeste. Ik durf na het bakken de pannenkoek wel even af te deppen met keukenpapier. Gebruik geen olijfolie trouwens, want dat is niet geschikt voor zo’n hoge verhitting. Wel zonnebloemolie of arachide (dat laatste kan hier helaas ook niet gebruikt worden, vanwege de notenallergie van mijn lief).

Ik gebruik ook altijd dezelfde pollepel, die toevallig de perfecte maat deeg voor één pan bevat. De rest wijst zichzelf uit denk ik.

En zoals ik bij de maandelijke promotieboodschap voor de winkels van Ikea altijd mag inlezen (volgende maand trouwens hespenrolletjes met witloof. Graag gedaan deze primeur): SMAKELIJK!