Er zijn twee dingen die na een bevalling gecheckt moeten worden: het kindje en de mama. In dat verband mochten we vandaag naar Kind en Gezin én naar de gynaecoloog.  Een topdag zowaar.

Er worden veel dingen gezegd en geschreven over Kind en Gezin, maar ook deze derde ervaring was positief. Ik vind het leuk om te weten hoeveel Basiel is gegroeid en bijgekomen en het is altijd fijn babbelen met de vrijwilligers en verpleegster. Ik luister ook geduldig naar raadgevingen en tips, maar ik doe vooral mijn eigen ding. Moederinstinct, ik vind dat het beste medicijn joh.

Enfin, het verdict is ook gewoon dat ons boeleke het heel goed doet. Hij is nu vijf weken en vier dagen en is groot. We meten 59 centimeter en wegen 5,6 kg. Dat is dus bovenaan de curve, maar wel in verhouding. Dat ventje draagt hier al vlotjes ne 62, sommige stukken zijn zelfs al serieus aan de kleine kant. Een 56, wat is dat? Dat is voor kleine kindjes. Een 50? Nooit aan de orde geweest. We houden de 68’s in de aanslag (ok, sommige zijn al in gebruik). Wel jammer van al die schone kleertjes. En ook ambetant om seizoen en maat op elkaar af te stemmen als ge soldenslagjes wilt doen. Maar bon. Er zijn erger dingen. Dan shoppen, ja hallo.

Bébé is ok, mama dan. We voelen ons relatief goed. Ik bedoel, ik vind het hatelijk dat ik geen bikini-babe-lijf heb, maar had dat ook niet verwacht (en ik moet eerlijk zijn, ik had dat ook totaal niet voor ik zwanger was tss). Ik ben moe, maar dat is heel normaal en ook niet onoverkomelijk. Er zijn nachten dat ik meer dan vier uur na elkaar kan slapen, dat is dus echt mega-super-lang! Maar hoe gaat het echt? Daarvoor hebben we een dokter nodig.

Het goede nieuws of het slechte nieuws? We zullen maar positief beginnen zeker. We mogen weer voorzichtig aan sport beginnen te doen (jeej!). Daar kijk ik echt naar uit, al heb ik geen idee hoe ik dat praktisch moet organiseren met Basiel en met borstvoeding. Maar het mag voorzichtig, dus ik wil dat graag ook doen. (Ik heb dat verschrikkelijk gemist, na maand zes lukte het niet meer zo goed).

Het slechte nieuws dan. Ik vond het al een beetje verdacht dat we bijna zes weken na datum nog steeds kraamverband verslijten alsof het pintjes zijn op een zonnig terras. (Foute vergelijking, maar ze gaan er heel vlot door). Ook de gynae vond het wat zorgwekkend. Na een echo blijkt er nog een stuk placenta te zitten. Och gij, hoe kan dat nu hoor ik u denken? Wel ja, als ge mijn bevallingsverhaal gelezen hebt, dan weet ge dat het ding niet vanzelf wilde komen. Manuele afschraping en al. Pijn. En meer. En niet alles blijkt er dus uit te zijn. Wat doen we daar aan?

We geven pilletjes mee die weeën opwekken en hopen dat het zo vanzelf nog komt. Kleine kans, maar het proberen waard. Morgen wordt dus een kutdag. Met weeën, maar zonder kindje achteraf. Dat is niet eerlijk. Vooral omdat het niet met zekerheid resultaat zal opleveren. Meer dan waarschijnlijk niet zelfs. Ik vroeg of ik het best niet ‘s nachts kon doen. Maar volgens de gynae was dat geen goed idee, want “ge slaapt best toch ‘s nachts”. En met die pillen zit dat er dus niet in. Morgen ‘een soort van’ weeën dus, joepie de poepie.

Drie weken later doen we nog eens een controle. Als er dan nog iets zit, dan doen we een curretage. Beuh.

Kindje dik in orde, mama een heel klein beetje minder. Maar hey, liever zo dan andersom.