Ongeveer een half jaar geleden kreeg ik een mail van mijn zus. Of ze ergens half april vier dagen mocht komen logeren bij mij in Gent. Voor een schoolproject. Leuk dacht ik, dus ik zei ja.
Een paar dagen later bleek dat het niet alleen om mijn zus ging, maar ook om twee van haar vriendinnen. Drie pubers dus in totaal. Slik. Drie? Op zich geen gigantisch probleem, ware het niet dat mijn appartement piepklein is. Er is plaats voor twee mensen, maar zelfs dat is al krap. Na wat onderhandelen is de logeegroep gedownsized tot twee pubers. Nog steeds meer dan genoeg op 30 m².
Na een hevige sms-discussie maandagavond, zijn ze dinsdagavond met een glimlach aangekomen. Woensdagmorgen moest ik ze al alleen laten, want je kan moeilijk op je werk zeggen “Ik kom niet, want ik moet mijn zus in het oog houden.” Dat is blijkbaar geen geldige reden. Ik heb serieus met de schrik gezeten (want mijn zus is Miss Nonchalance), maar het is allemaal goed gekomen. Gisteren was er zelfs lekker gekookt toen ik thuiskwam. En ik heb me ook niet als de verantwoordelijke grote zus gedragen aan wie ze constant verantwoording moesten afleggen. Ik heb niet raar gekeken toen ze om 22u nog gingen joggen aan de Watersportbaan. En ik heb me niet afgevraagd wat ze daarna gedaan hebben. Dus ook goede punten voor mij.
Zolang ik mijn appartement terugkrijg in de staat waarin ik het in bruikleen gegeven heb, ben ik blij. En voorlopig ziet het er rooskleurig uit. Van mij mogen ze nog eens komen. Al zou ik de volgende keer wel graag hebben zus, dat je mijn zwart vestje niet stiekem in je zak foefelt, want ik doe dat zelf graag aan.
Niet panikeren voor een zwart vestje. Mijn zus en ik sliepen in een heel vroeger kind-leven samen in één bed. Ze vroeg me dan vriendelijk of ik wilde stoppen met ademhalen, want dat maakte teveel lawaai. Probeer dat maar eens… dus vraag je vestje gewoon volgende keert terug en t probleem is opgelost.