Mijn lief heeft een vriend die in NY woont en die ik ondertussen ook vriend mag noemen. Dat heeft gigantisch veel voordelen, zowel daar als hier. Want als F. landt in dit druilerige land, zitten we vaak dezelfde avond al samen. De Belgische tijd moet intens benut worden, toch?
Zo gezegd, zo gedaan. Zaterdagmiddag is hij geland, zaterdagavond zaten wij met de bende in Brugge in een cabardouche-achtige keet. Ons kind hadden we uiteraard niet meegenomen, dat zou licht onverantwoord zijn. En het hoeft niet gezegd, dat oma en opa er helemaal niets op tegen hadden dat we Basiel daar in zijn reisbedje kwamen leggen. Ondertussen konden wij met de fiets afzakken naar de festiviteiten. Dan heb je geen BOB nodig, wat behoorlijk handig kan zijn bij andere mensen. Och wat, ik drink nooit alcohol maar ik fiets graag.
Maar dat wilde u niet weten natuurlijk. Het woord cabardouche is gevallen en daar bent u vooral in gïnteresseerd. Ik begrijp dat wel, maar we hebben helaas geen hoer gezien. Wel een trap naar boven achter een rood fluwelen gordijn, maar geen idee wat daarachter gebeurde. Er waren gewoon geen vrouwen in de keet, alleen maar zatte noorderburen die de ene Hollandse klassieker na de andere door de micro knalden. Dat ze zat waren, is zeker. Want ook nadat we massaal ‘Er staat een paard in de gang’ hadden meegebruld, kwamen ze nog even vragen van welk land we waren. In het Engels. We hebben dan maar gezegd dat we van Ierland waren.
Uiteindelijk zijn we naar het volgende café getrokken. Een toffe boîte, alleen een beetje raar dat mijn lief een pintje bestelde en de dienster dacht dat hij een ‘batje’ wilde (Het kon ook een ‘badje’ zijn, in West Vlaanderen weet je zoiets niet zeker). Vervolgens hebben we ongeveer 17 keer een ‘allez, nog eentje’-ronde gehouden. Ik ben niet verder geraakt dan een Cola Zero en een Canada Dry. Er zijn dus ongeveer 15 rondjes aan mij voorbijgegaan, maar als niet-alcohol-drinkende seut kan je gewoon niet volgen. Ik ben trouwens geen seut omdat ik geen alcohol drink, ik ben gewoon een seut. Maar dat vertel ik nog wel eens.
Uiteindelijk kregen we honger. Zo gaat dat als het bijna ochtend is. We namen de volledig foute beslissing om naar de frituur te gaan. Fout frituur: degoutant duur, arrogante en irritante friturist en dikke frieten (ik haat dikke frieten, ze moeten dun en knapperig zijn). Eigenlijk waren ze niet te vreten, maar ge zit daar nu en dan eet ge dat maar op. (Vriend F. had de Belgische frieten en toebehoren blijkbaar gemist, want ik geloof dat hij 5 stukken vlees besteld heeft.) Het absolute hoogtepunt van het frituurbezoek was toch wel de frikandel XL. Plezier gegarandeerd. Vooral wanneer B. er probeerde van te bijten en het hele geval ‘slap’ viel. (Ja, stel het u voor, ge gaat zeker nog 5 minuten plezier hebben dan). Wel te vermelden: als niet toerist zijnde, hebben we 1,83 euro korting gekregen. Halleluja.
Allez, we zaten allemaal wat vol, maar de mannen waren toch nog vastbesloten om mij ‘het café uit hun jeugd’ te tonen. Dat bleek gesloten, maar de buren waren wel nog wakker. Er mag na een bepaald uur ook blijkbaar gerookt worden in cafés, wat toch een beetje mijn avond (allez, nacht) vergalde. Ook wel een beetje omdat ik de pijn op mijn hand moest wegwrijven, omdat ik vijf minuten eerder tegen een brievenbus wat gefietst (ja, inderdaad, nuchter ja.)
Maar bon. Na een pruillip wilde mijn lief toch mee naar huis fietsen. Het was ondertussen toch ook al een uur of vier in de ochtend, een schoon uur voor een fietstochtje in de regen. En als ge dacht dat ik dan vol rock ’n roll in mijn bed kon ploffen, vergeet het. Eerst nog kolven, teneinde ontploffingsgevaar te vermijden. Lekker sexy en al.
Een halfuur later dan toch geploft. En als een blok in slaap gevallen. (Eerst wel een kusje gaan geven aan Basieltje, natuurlijk). Voor de eerste keer in de zes maanden van mijn moederschapsbestaan mijn kind niet gehoord. Maar oma en opa hebben dat met plezier opgevangen, waarvoor dank.
Ik wil maar zeggen. Deze seut is uitgeweest en heeft zich geamuseerd. Klein beetje vervelend dat sinds een uur of 2u30 gisterenavond mijn stem vermist is. Vermoeidheid en verkouden.
Al kan “Er staat een paard in de gang” er ook wel voor iets tussen zitten.
Hey Sofie — Het is een eindje geleden dat ik nog eens je gevleugelde woorden mocht verslinden. Toch even bevestigen: bij het lezen van het bovengaande heb ik de hele tijd ofwel een grote grijns of grote glimach op mijn gezicht gehad, en ben ik op zijn minst 1x luidop schaterlachend uitgebarsten!
Geen dikke frieten?! Maar Sofie toch, denk daar toch nog maar eens over na. Dikke frieten zijn duust keer beter dan dunne!
Allez gij, ik vind dikke frieten al mijn hele leven vies. Ik eet het liefst van al die harde, kleine stukjes. Mmmm! En voor de rest zo dun mogelijk en goed hard gebakken 🙂
Maar neen, echt neen! Van die dikke, een beetje slap, maar ook niet té slap. Die dunne doen me denken aan frieten van de MacDonald’s. Tiepiese diepvriesfriet. Die dikke doen me denken aan de frieten van mémé, die ze bakte in haar veranda. Toen ze nog leefde. Aardappelen schillen, op een geruite keukenhanddoek leggen, eerste keer bakken, en dan nog eens. Stiekem nam ik dan een rauwe friet. Niet lekker, ik dacht dat het naar appel zou smaken maar dat viel dik tegen. Maar die dikke, vers gebakken frieten … lekkerder kan niet.
Leuk om lezen!
Op het eerste zicht leek die café op de Cambrinus in brugge?
Het heette ‘On the rocks’ of zo…:-)
Even compleet tussendoor, maar vond het zo grappig: wij krijgen blijkbaar hetzelfde bedrijfsboekske! Ineens zie ik bij de nieuwkomertjes ‘Basiel Brutin’ staan. Herkende de naam meteen :-)!