Ik hou van het theater, dat mag wel duidelijk zijn. Ik heb ooit nog tranen met tuiten gehuild omdat Dora van der Groen mij afgewezen had, wegens te groen achter mijn oren (ze had gelijk, daar niet van, maar ik zag mijn hele podiumdroom in elkaar storten en was daar niet tegen bestand). Dagen lang heb ik gehuild, tot uiteindelijk mijn eerste grote liefde de tranen heeft gedroogd. Het theaterluik is kleiner geworden in mijn leven, maar ik ben nog altijd een podiumbeest.

Ik hou van het theater, dat is wel zeker. Ik word nog altijd een ongelooflijk gelukkig mens van de spanning van de bühne en de adrenaline van het publiek. Ik heb het theaterpodium wat omgebogen. Ik sta vaker langs de zijlijn te ‘presenteren’, maar het kriebelt al een paar jaar serieus om mijn tanden nog eens te zetten in een stevige rol. Om nog eens te voelen en te proeven. Te genieten van mijn microbe.

Ik hou van het theater, daarom hang ik er ook zo graag rond. De sfeer die in een theaterzaal hangt is zo heerlijk. Wat je ziet en meemaakt, is uniek. Elke voorstelling is net dat tikkeltje anders, door de dynamiek van de acteurs en het publiek. Dezelfde ingrediënten, maar anders gekruid. Ik laat me zo graag betoveren door de magie, meevoeren met de woordenstroom en beeldsterkte, warm worden van de sublieme acteerprestaties. Ik ben fan, grote fan.

Het is niet zo dat ik elke week of zelfs elke maand naar het theater trek, maar ik probeer elke gelegenheid die mij overkomt mee te pikken. Meer zou misschien gevaarlijk zijn. Want elke keer als ik daar buiten stap, denk ik erover om mijn hele leven om te gooien en volledig voor kunst met de grote K te gaan leven. Om opnieuw naar het conservatorium te trekken, voor een tweede kans (ik vind mezelf al behoorlijk minder groen achter de oren). Ik moet mezelf tijdens de voorstelling soms haast vastbinden om niet mee op de scène te springen, zo groot is de goesting.

Ik hou van het theater. Ik ben zot van theater. Zot. Lief. Zot.

Maar er moet me toch iets van het hart. Omdat het me gewoon ergert. Onlangs ben ik namelijk weer gegaan, met mijn theaterbuddy. We waren niet weggeblazen door Kinderen van de Zon in het NTG, maar het was sterk gebracht en de scenografie was mooi. We hebben ook een geweldig leuke avond gehad. Dat is op zich al de max.

En u moet weten, ik ben allesbehalve een flamingant. Werkelijk. Maar als ik naar het theater ga in mijn achtertuin in Gent, dan heb ik niet veel zin om 70% Hollanders op de scene te hebben staan. Ik wil dat dan niet horen. Mijn oren fluiten dan van de overvloedige tweeklanken en harde g’s. Wij hebben toch genoeg geweldige Vlaamse acteurs?

Enfin, dat moest ik even kwijt. Dat mag toch e?