And I hate it. Dit was nog maar mijn tweede kerstavond ooit zonder lief, de vorige heb ik een paar uur zitten wenen op de trap. Ik was vastbesloten om het deze keer beter te doen. Ik heb het echt geprobeerd, om een vrolijk gezicht op te zetten. De helft van de avond is het me zelfs nog gelukt. Maar toen niet meer.

Het begon redelijk goed, met allemaal fijne cadeautjes. Wij trekken altijd namen en daar moet je dan een cadeautje voor kopen. Ik heb een mixer gekregen (jeej, ideaal om je verlanglijstje op je blog te zetten), wat super is. Maar er hoort ook altijd een gedichtje bij. De persoon die mij getrokken had, had er werk van gemaakt. Een dossier met geschikte mannen (uit roddelboekjes geknipt) en een verlanglijst waaraan ze moeten voldoen. Samen met evaluatieformulieren, voor na elke date. Op zich echt heel erg grappig, maar het was te vroeg. Toen brak er iets in mij.

Ook oma, die er wel was maar er weer zo slecht uitziet. Ze is zo mager, aan haar benen hangt minder vlees dan aan mijn armen. Het besef dat het de laatste keer is dat ze erbij zal zijn. Het besef dat de kleinste klein- en achterkleinkinderen die ze nu in haar armen heeft, geen herinnering meer van haar zullen hebben. Het besef dat er niemand meer boven deze bende staat, dat de echte lijm binnenkort gaat wegvallen. Er brak weer iets.

En toen vielen er wat woorden over mijn verwarming. Ik weet dat ik die moet maken, maar ik heb er even geen energie voor. Ik kan het niet meer, alles alleen doen. Alleen in mijn bed kruipen, alleen er weer uitstappen. Elke dag opnieuw, alles alleen moeten doen. Het besef dat het een kerstmis is zonder de zoon. Zonder het lief. Zonder mijn gezin dat nooit meer terugkomt. Toen brak het helemaal.

Ik ben gevlucht en ik denk niet dat ik vandaag uit mijn bed geraak. Tenzij er een kerstwonder gebeurt, but I doubt it.