Ik haat de zon. Als ik moet werken en daardoor verplicht binnen zit. Als het echt veel te warm is, er geen water in de buurt is en het voelt alsof mijn hoofd gaat smelten. Als ik ergens ben zonder zonnebril en daardoor instant hoofdpijn krijg. Vandaar trouwens de collectie van 25 Flair-zonnebrillen die rondslingeren in drie handtassen, auto en halkast. Ze kosten nog geen 3 euro (geen hartzeer als je er per ongeluk op gaat zitten), ze doen hun job en zien er redelijk fashionable uit (hallo, het is de Flair). Ik draag trouwens altijd een zonnebril in de auto. Ja, ook in de winter als het regent en grijs is buiten. Als ik dan mensen aan de lichten tegenkom, denken die vast: “Die is ‘tegen de kast gelopen’ en probeert het te bedekken met een zonnebril” – of – “die heeft een ooglift gehad en verbergt haar ogen nog even onder een zonnebril” (alhoewel, dat laatste strookt niet helemaal met mijn Opel Corsa, dat is eerder iets voor een BMW of zo, toch?). Nu ja, de waarheid is een pak saaier. Ik ben gewoon hypergevoelig aan licht op mijn ogen. Ik haat de zon als er geen gordijnen zijn. Ik haatte de zon ook omdat ze altijd kei hard begon te schijnen als ik moest blokken, maar gelukkig zijn die tijden voorbij.

Ik ben verliefd op de zon. Zoals afgelopen weekend. Toen ik soms tijd had. Als het enigszins kan, probeer ik bij deze temperaturen naar de Blaarmeersen te hollen. Ik begrijp dat er mensen zijn die niet houden van de drukte en een Blankenberge-gevoel krijgen. But I love it. Ik vind het ongelooflijk geweldig dat er een strand achter mijn hoek ligt. Een strand met bovendien water, glijbanen, volleybalnetten en redders in strakke pakjes. Ik vind het heerlijk om de zon op mijn snoet te voelen, terwijl ik met vriendinnen in bikini lig bij te praten. Terwijl er mensen passeren die denken dat kreeftroze in de mode is, mensen die zwarte nylon kousen dragen (echt gebeurd!), tieners die zo ongelooflijk verliefd zijn dat ze elkaar geen drie seconden loslaten, terwijl er lekkere brokken langslopen en minder lekkere. Terwijl je soms depri bent omdat er een topmodel passeert. Wat eigenlijk geen probleem is, want twee minuten later denk je al bij een volgend passerend ‘model’ dat we er eigenlijk best ok uitzien. En dat het zand overal kruipt waar het niet moet zijn, dat nemen we erbij. Dat is ook opgelost met een douche. (Waarna je trouwens heerlijk geurende aftersun kan smeren, mmm)

Ik hou van warme zomeravonden, waarop je geheel onverwacht de bbq aansteekt bij je geweldige buurvrouw en een superlekker geïmproviseerd etentje houdt, waarop je ‘s avonds met je lief nog even naar de Blaarmeersen wandelt voor een romantische duik. Waarop het niet nodig is om drie truien en een jas mee te zeulen, omdat het wel eens koud zou kunnen worden. Waarop je de warmte kan ruiken.

Ik heb de warmte geroken, ik heb de zomer gevoeld, ik heb de zon omarmd. Van ontspannen en deugd doen, dat was het. Heerlijk.

(En dat we vandaag moeten werken terwijl de rest van de wereld nog een dag vakantie heeft, dat vergeten we even)

(En dat buurvrouw K. die hier al langer woont dan ik, de Blaarmeersen nog nooit gevonden (!) had, dat durf ik niet te vertellen. Hoe hilarisch dat ook was)