Dagen gingen voorbij na het eerste lichte bloedverlies. Veegjes angst, met elk toiletbezoek dichter bij de akelige waarheid. Eerst was het niet alarmerend, de dokter bleef positief. Maar net toen mijn armplooi kapot geprikt was, kwam er slecht nieuws. Ik was kalm, want zo flink van de natuur. Kan gebeuren.

Ik moest niet wenen.

De nuchterheid was sterk. Ik dacht vooral praktisch. Ik zuchtte dat het allemaal weer maanden zou opschuiven. Ik voelde vooral een planning in elkaar stuiken,  minder een vruchtzakje.

Opgelucht dat de natuur weet dat ‘dit’ het niet kan halen. Ik zeg ‘dit’, want ik probeerde van in het begin om me er niet heel erg aan te hechten. Want je weet dat het kan gebeuren, je moet daar in je achterhoofd altijd rekening mee houden.

Ik moest niet wenen.

Tot ik het zag. Tot bleek dat het er allemaal nog zat, maar nog geen aanstalten maakte om mijn lijf te verlaten. Ik wilde het kwijt, want ik wilde vooruit. Dit was toch gewoon een klein omweg?

Ik moest wenen.

Heel traag, in de gangen van het ziekenhuis. Alleen, terwijl ik hoopte dat ik niemand zou tegenkomen. Alleen, terwijl ik hoopte dat ik iemand zou tegenkomen.

In verwachting zijn is veel dingen. In verwachting van een droom, een hoop, een verlangen, een plan, een datum. Of van baarmoederweefsel met een dood vruchtje, dat weinig zin heeft om het huisje te verlaten.

Ik moest wenen.

En ook niet. Ik probeerde vooral om het aan niemand te tonen  (behalve mijn lief en twee vriendinnen), omdat ik niet wilde dat iemand wist dat we voor een derde kindje zouden gaan.

Zou dat er nu wel nog komen? Zou ik het nog kunnen? Zou mijn lichaam nog in staat zijn een kindje te dragen? Was dit een teken dat we het toch niet moesten doen?

Het voelde koud, en heel warm. Er waren altijd de troostende doch nuchtere armen van mijn lief. Het voelde leeg. Het voelde tranen tegen ratio. Het voelde pech. Het voelde boos. Het voelde oneerlijk. Het voelde raar.

Het was mis.

Misleid. Misbakken. (On)misbaar. Miscalculatie. Miserabel. Misgaan. Misgunnen. Miskennen. Mislopen. Mismeesterd. Misnoegd. Mispakt. Misrekend. Mistig. Miskraam.

Het was mis.

Ik voelde vooral (het) niets. En tranen.

 

*Het miskraam viel samen met mijn ontslag, wat de slag nog veel groter maakte.

**Vandaag kregen we te horen dat door een zeldzame complicatie na de curettage, we onze kinderwens best kunnen opbergen. We worden nog doorgestuurd naar een ander ziekenhuis, maar de kans op zwangerschap is heel erg klein. Er zijn absoluut geen garanties. Ik heb altijd geprobeerd om te zwijgen over dit hele verhaal, maar nu lukt het niet meer. Ik heb al veel schrijfsels klaarstaan, ik deel ze wanneer de tijd daar rijp voor is.