Het eerste gesprek over haar kansen was in de verloskamer. Na een helse rit van Jan Palfijn naar UZ Gent, braken mijn vliezen bij aankomst. Ik was op dat moment 25 weken en 2 dagen zwanger. Ik lag daar helemaal kapot en angstig, Tom zat naast mij in mijn hand te knijpen.
We vroegen de eerlijke waarheid en kregen die ook. De verwachting was dat ik die dag in arbeid zou gaan en dat Rosalie geboren zou worden. We moesten bijna meteen beslissen of we haar medische zorgen zouden toedienen, of laten sterven in onze armen.
De eerlijke waarheid was dat kindjes van die zwangerschapstermijn zelden ongeschonden uit de rit komen. Als ze de eerste weken al zou overleven (dat was al heel 50/50), zou er daarna nog een lange rit volgen met heel wat uitdagingen. Meer dan waarschijnlijk zwaar gehandicapt, sowieso een zorgenkind.
Het brak ons in duizend stukken, maar dat wilden we ons gezin niet aandoen. We deden dus het onmogelijke, ons voorbereiden op afscheid. We brachten de nacht in een verloskamer door. Ik op een verlosbed, Tom in een opklapbedje. Allebei zonder slaap.
De volgende dag nieuwe gesprekken. Want ik was nog steeds niet in arbeid geschoten. Dezelfde arts stond opnieuw aan het voeteinde van mijn ziekenhuisbed. Meisjes zijn sterker. Als je 26 weken haalt, dienen we sowieso zorgen toe (dat is de wet), de meeste kindjes komen er niet ongeschonden uit. Maar er zijn een paar mirakels, ja. Met minimale schade. Komt bijna nooit voor, maar het bestaat.
Ik bespaar je even de ingewikkelde uitleg, en hoe we toch beslisten om daarna voor actief beleid te gaan. Ik neem je gewoon even mee naar vandaag.
We zijn er nog niet, maar ik durf je wel al een wonderkind te noemen.
Toen we vorige week aan zee waren, passeerde je de zeven maanden datum. Gecorrigeerd (en naar ontwikkeling) ben je zeven maanden. Die drie andere maanden in het ziekenhuis hadden echt buikmaanden moeten zijn. Maar toen we dus vorige week aan zee waren, begon je het appartement rond te kruipen.
Ik kan het zelf amper geloven, ook al zie ik je continu op handen en knieën het huis verkennen. Je bent daar zelfs vroeger mee dan je voldragen broers, hoe geschift is dat?
Ontwikkelingsachterstand, dat ging het zeker zijn. Eventueel in te halen tegen je derde verjaardag of zo, maar allemaal wat trager. Maar dan is daar Rosalie. Jij gaat als een speer. Motorisch ben je ongelooflijk snel. Je kruipt! Je begint op dingen te klimmen. Je maakt aanstalten om jezelf op te trekken! Zotte meid!
Mentaal is het natuurlijk nog een groter vraagteken en kunnen er nog altijd dingen aan het licht komen. Je hersenen waren ook nog niet volgroeid toen je veel te vroeg ter wereld kwam. Maar voor een baby van 7 maanden, doe je te gekke dingen. Brabbelen, lachen, gieren, actie-reactie, je begint je armen uit te steken als je gepakt wil worden en ga zo maar door. Je drinkt aan de borst en eet alles wat we je voorschotelen met smaak en de juiste techniek op. Een heel normale baby, zo lijkt het wel.
Je zou haast vergeten dat het echt een wonder is. Soms voelt het zelfs alsof jij andere prematuren oneer aandoet, aan alle ouders van prematuren die kei hard moeten vechten voor elke stap. Ook na de intense periode op neonatologie. Want dit is echt niet vanzelfsprekend. Dit is buiten verwachting. En een hart onder de riem van iedereen bij wie het anders loopt.
Ik zal dat eerste gesprek in de verloskamer nooit meer vergeten. Meer dan drie maanden voor je geboorte gepland was. En hoe ik daarna met mijn handen op mijn buik en mijn gedachten, jou probeerde te vragen om te blijven. Om ons mirakel te worden. Terwijl ik ondertussen met mijn tranen het hele droogteprobleem kon oplossen.
Zoveel gehuild. Zoveel angst. Zoveel emoties.
Je bent nog beter dan het best case scenario. Want je bent zo verschrikkelijk schattig, guitig, lief, nieuwsgierig, vrolijk, avontuurlijk (geen angst van gras of zand zoals je grote broers), innemend en straf.
Vooral straf. Mijn god, wat ben jij een straffe madam! Ik heb er nauwelijks woorden voor.
Dankjewel liefje. Toen mijn handen op jouw kapotte huisje lagen en de tranen stroomden, heb je goed geluisterd. Dat houden we dan nog vol tot je alleen gaat wonen he?
Kus,
Je mama.
Tranen in de ogen. Straffe meid! Keep on going!
Wauw, kippenvel bij het lezen en tranen in mijn ogen.
Zo blij dat jullie allemaal gevochten hebben (en die kans ook gekregen hebben) en dat alles zo goed loopt!
Jullie zijn een fantastisch mooie familie, houden zo! 🥰
Ik raak telkens ontroerd als je over Rosalie schrijft (bij je jongens eigenlijk ook, maar daar schieten de tranen niet in mijn ogen :-)). Ik ben zo blij voor jullie dat het goed gaat met haar!
Prachtig. Supermooie brief aan een straffe madam in spe! 🥰
Tranen in mijn ogen bij het lezen, je kan het zo prachtig verwoorden altijd! Jullie doen dat daar goed! TopTeam de 2 madammen (de jongens natuurlijk ook e 😉 )
De brieven aan je kinderen zijn zo mooi, en deze… inderdaad, wat een straffe madam!
Op IG ben je positief over donormelk. Heel fijn initiatief en zo, maar blijkbaar toch niet zo simpel als je het voorstelt.
Professor neonatologie Hans van Goudoever is kritisch over het verschijnsel. Hij is de man achter de enige officiële moedermelkbank van Nederland, gevestigd in het VUmc in Amsterdam. “Ik kan het me voorstellen dat moeders hiertoe overgaan, want moedermelk is echt beter voor pasgeboren baby’s dan koemelk. Maar er zitten wel veel risico’s aan vast.”
Via moedermelk kunnen namelijk besmettelijke ziektes worden overgebracht, zegt Van Goudoever. “Ik vind het risico echt te hoog. Zelf heb ik vijf kinderen, en ik zou hen nooit onbewerkte melk geven, van ongecontroleerde donoren.”
….
Via moedermelk kunnen ziektes worden overgedragen, zoals hepatitis, hiv en syfilis. Ook kunnen bacteriën in de melk gevaarlijk zijn, net als medicijn-, alcohol- of drugsgebruik van de moeder. De melk die online wordt gedeeld, is niet gecontroleerd en de donoren zijn niet medisch gescreend. En daarmee nemen de moeders die deze melk uitwisselen een te groot risico voor hun kinderen, vindt professor Van Goudoever.
De dokters die positief zijn over moedermelk, zijn helaas een pak schaarser dan de dokters die er negatief tegenover staan. Dokters zijn getraind in het zoeken naar risico’s. Zij zijn getraind om problemen te zoeken, want anders zijn ze namelijk overbodig. Daar komt nog eens bij dat de opleiding van artsen zwaar tekort schiet als het over voeding gaat, en nog meer als het over borstvoeding gaat. Zelfs onbestaande vaak, jammer genoeg.
In UZ Gent waar Rosalie geboren is en 82 dagen op neo heeft doorgebracht, is dat ook de redenering. Er KAN iets mis zijn met de melk. Daar gaan ze zelfs nog een stap verder, want verse melk van een moeder moet eerst via de diepvries om dan pas de volgende dag aan haar eigen kindje gegeven te mogen worden. Allemaal opnieuw vanuit diezelfde redenering: risicobeperking. (Dat je daarmee de mogelijke voordelen ook meteen met het badwater weggiet en zo eigenlijk nog grotere gevaren creëert, is voer voor discussie)
Op geen enkel manier ga ik ontkennen dat die ziektes overdraagbaar zijn via moedermelk. Los van het feit dat die dingen vrij makkelijk te controleren zijn, is het een zeer beperkt probleem in de kringen waar gedoneerd wordt. Dat is op zich wel een probleem, want borstvoeding situeert zich over het algemeen in hoger opgeleide kringen. Zeer jammer, en op veel manieren nog veel werk aan de winkel. Maar iemand die bewust doneert, is zich doorgaans ook wel bewust van de dingen die u opsomt.
Ik heb niet anoniem gedoneerd, de mensen naar wie de melk gegaan is ken ik van ver, en zij mij ook. Ik sta persoonlijk garant voor het niet hebben van HIV, hepatitis, syfilis of andere. Moeders die dat wel hebben (en dat zijn doorgaans niet bepaald aandoeningen die je hebt zonder het te weten) zullen waarschijnlijk niet doneren. Als er trouwens een wettelijk kader zou zijn (zoals bijvoorbeeld met bloed geven), dan zou dat risico al helemaal uitgesloten zijn.
Wat je zegt over drank, drugs en alcoholgebruik bij de moeder is op dezelfde manier een probleem, en daarom ook meteen geen probleem. Voor Basiel donormelk kreeg, heb ik uiteraard eerst een grondig gesprek gehad met de donerende moeder. De mensen die mijn melk gekregen hebben, kennen mij ook en weten dat ik niet drink noch medicijnen of drugs neem. Zoiets steunt natuurlijk een klein beetje op vertrouwen, maar nogmaals, iemand die zo nobel is om te doneren, zal waarschijnlijk wel geen kwade bedoelingen hebben en opzettelijk andere zaken verzwijgen.
Jammere redenering van professor van Goudoever, maar ik begrijp van waar het komt. Risicobeperking. Het grootste probleem van de hele geboortecultuur tegenwoordig. Die heel wat extra risico’s creëren, om zogezegde andere risico’s uit de weg te gaan.
Er gaan ook heel wat andere stemmen op trouwens. Als ik mijn oordeel van 1 dokter had laten afhangen, dan had ik nooit een derde kind gehad. En ging ik nu nog steeds elke maand gebukt van de pijn omdat mijn baarmoederslijmvlies niet door mijn aaneengeplakte baarmoeder naar buiten kon.
Dat is allemaal kort door de bocht natuurlijk. Maar wat u zegt over besmettelijke ziektes is waar. Maar: vrij makkelijk te controleren. En het daarom laten, is jammer. Want de winst om het (liefst met een goed kader) wel toe te staan, is veel groter.
wat een prachtverhaal. Zo blij voor jullie. Zo blij voor jullie mirakel na alle ellende ervoor. Ik supporter voor haar verdere ontwikkeling telkens als ik foto’s van haar zie.
Wat minder flauw zijn