Ik was op voorhand redelijk zeker, dat ik zo’n echte babymama zou zijn. En een mens mag zichzelf al eens een schouderklopje geven, dat bleek dus ook echt zo te zijn. Dat is hier allemaal beperkt gebleven met het zeuren over onderboken nachten of het zoeken naar een moment om te kunnen douchen in een dag. Omdat ik het allemaal gewoon geweldig vond. Omdat ik nooit zo relaxed ben geweest als in mijn zwangerschapsverlof.  Maar toen werd jij dus tien maanden. Ik zie steeds minder een baby in jou, en steeds meer een peuter in wording. En iedereen en het cliché bleken volledig gelijk te hebben: het wordt alleen maar leuker.

Misschien is dat zo met alle baby’s, maar jij bent toevallig wel een heel plezante. Jij bent eigenlijk ongeveer altijd vrolijk. En dat ‘vrolijk’ is meestal nog een understatement. Jij bent een regelrechte meelacher. Zo zaten we vorige zondag gezellig op een terrasje (jij was de hele tijd superbraaf, we zijn niet anders gewoon) en wanneer er van onze buurtafel die vol studenten zat een lachsalvo kwam, lachte jij gewoon vrolijk mee. Zei ik lachen? Ik bedoelde natuurlijk gieren.

Hetzelfde mogen we van jou verwachten als we je buik kietelen, kiekeboe spelen, je tegen mijn hoofd mag duwen dat dan met veel flair beweegt, als wij lachen, als de smoothiemachine opstaat of als we niezen of geeuwen. Jij vindt het allemaal hilarisch. And therefore, we too.

Je vrolijkheid is aanstekelijk, maar ook de snelheid waarmee jij dingen leert. Vorige week kroop je nog rond in ware paracommando-stijl, deze week heb je ontdekt dat je ook op handen en knieën kan zitten. Onder de luiertafel heb je een doos ontdekt, waar heel interessante dingen in zitten. We mogen je geen halve seconde op de grond zetten, of jij gaat er meteen op af. Recht naar de doos. Vervolgens duurt het nog ongeveer een halve minuut voor de doos open is en jij je favoriete speelgoed gevonden hebt.  Zo gaat het trouwens ook met de computerdraden (nog steeds ja, die computerdradenfetisj wordt alleen maar erger), het varkentje en het schaapje en de blokjes. Je vindt het allemaal geweldig.

Vorige week ging ik je van de crèche halen. Een absoluut topmoment. Jij zit meestal vol overgave te spelen of je ligt nog te slapen op je buikje. Allebei verschrikkelijk schattig. Maar ik wilde vertellen dat ik toen bijna omver gevallen was van trots, omdat verzorgster K. zei dat jij zo’n geweldige baby was. Altijd vrolijk, altijd flink eten en nooit lastig doen. Je komt het zelf vertellen wanneer je wil slapen. Dat zijn de enige momenten dat je een beetje neut. Maar met een slaapzakje, een bed en een tutje is dat zo opgelost.

Ok, we moeten daar eerlijk in zijn, je wil niet altijd slapen overdag. Als er te veel interessante dingen gebeuren, dan ben je gewoon liever onder de mensen. Maar als jij wel wil slapen, dan zeg je dat gewoon.

En nu we het toch over babbelen hebben, dat doe jij zo geweldig heerlijk. Er komen steeds meer klanken uit, je kan zingen, verhalen vertellen en zegt ook van ’s morgens tot ’s avonds papa. Inderdaad, daar moeten we toch eens een hartig woordje over praten. Ik weet wel dat het niet bewust is, al dat ge-papapapapappapa. Maar toch. Een klein deeltje van mezelf zou het toch wel appreciëren als je onderhand ook het ge-mama begint te oefenen. Zullen we dat afspreken?

Maar tien maanden dus. Ik ben al aan het nadenken over je eerste verjaardagsfeestje (bij goed weer wordt het een picknick op de Blaarmeersen), maar ik denk ook steeds vaker terug aan deze tijd vorig jaar. Toen moest het allemaal nog beginnen. Toen voelde ik je elk moment van de dag in mijn buik zitten. Toen zag ik er zo uit, bij de trouw van B. en N. Exact een jaar geleden, dat. Ik kloeg toen misschien wel over de vele kwaaltjes, maar die ben ik allang vergeten.

Toen moest het allemaal nog beginnen. Ik had er op voorhand een idee van, en dat heb ik eigenlijk niet veel moeten bijstellen. Het enige wat ik niet had kunnen inschatten, is dat ik volledig gek zou worden van worden van liefde.

Maar oh ja. Volledig.