Bij het lezen van de titel denkt u vast dat ik een verhaal ga vertellen van toen ik,
laat ons zeggen, zes was. Maar helaas. The following took place this week. Twenty-seven peoples, en toch.
Ik slaap al een hele tijd slecht. Normaal gezien ben ik een roosje. Maar de dagen
dat ik mijn hoofd neerlegde en het volgende bewuste moment het aflopen van mijn
wekker was, liggen helaas ver achter mij. Heimwee, zware slaapheimwee naar die
tijd.
Vorige week heb ik mijn lief in het midden van de nacht al een keertje wakker gemaakt.
Ik was volledig in paniek, na een vieze droom. Een nachtmerrie pur sang, want
hij had me verlaten en ik bleef helemaal alleen achter. Pas toen hij al wakker
was en mij kalmeerde, had ik door dat het een droom was. Thank God.
Maar zo ging het dus niet met het monster. Dat was echt. Deu-euh.
Het gebeurde tijdens het indommelmoment. Ik dacht dus dat ik nog wakker was, maar
blijkbaar niet. Ik moest plassen (oh ja, sleepkiller, ik moet gemiddeld drie
keer op een nacht) en trok dus naar de badkamer. Het is uiteraard niet relevant
dat het om een andere gang en badkamer ging dan de onze, maar dat merkte ik
niet. Ah nee, want ik sliep. Apparently.
Ik probeerde verschillende keren om het licht aan te steken, maar dat lukte niet.
Er was alleen een blacklight. Zelfs dat vond ik blijkbaar niet vreemd, een gang
en badkamer met blacklight. U kan nu eventueel gekke ideeën krijgen over mij,
maar dat is niet nodig. Er hangen ook geen spiegels aan ons plafond, het was
maar een droom.
Omdat ik zelfs al slapend loop op te ruimen, nam ik een stukje wc papier van de
grond. Dat wel fel oplichtte, door dat blacklight. Had ik beter niet gedaan.
Ik raakte daarmee de staart van het wc-rol-monster, dat als een wilde tijger uit
de badkuip kwam gesprongen. Recht op mij.
Op dat moment gilde ik iets van “Oh nee, het wc-rol-monster”. En terwijl ik gilde,
besefte ik plots dat ik maar een beetje wakker was. Of net sliep. Ik besefte in
ieder geval dat ik net iets heel geks had geroepen.
Ik hoopte dat mijn lief het niet gehoord had. Helaas. Het was blijkbaar nogal
luid.
Hij vond het schattig. Schattig, dames en heren. Ik was dus wel bijna dood.
Ik blijf ook nogal vaak in die ‘fase’ hangen met genante gevolgen… Gelukkig kan ik ze meestal verdoezelen.
In een deuk!! Hilááárisch!
Hahahahaha subliem!
Grappig geschreven. Je hebt geluk gehad, zo te lezen.
Oeioei! Laat zoiets maar eens door psychologen analyseren zeg, ge wilt niet weten wat daar gaat uitkomen 🙂
mah Sofie toch! hihihi