In het begin verliep onze relatie nogal stroef, ik probeerde het zelfs niet. Op mijn examen had ik het met trucjes gedaan (en met wat kalmeermiddel, ja. Maar anders had ik nu nog altijd geen roos papiertje. Of misschien wel, want manoeuvres tussen paaltjes zijn blijkbaar afgeschaft tegenwoordig. Niemand had trouwens verwacht dat ik ooit ging slagen. Toen ik naar mijn moeder belde om te zeggen dat ik geslaagd was, zei ze “Sofie, dat is niet iets om grapjes over te maken.” Maar ik vergeef het haar, de hysterie van de eerste poging achterwaarts parkeren op het examen indachtig ). Ongeveer een week later mocht ik helemaal alleen naar de turnles rijden en heb ik een auto geramd bij een poging tot achterwaarts parkeren. Toen heb ik gezworen: never again. Al moet ik een halfuur rondrijden, ik zal een voorwaartse plek vinden.

Dat is een paar jaar ook goed gegaan. Ik woonde in Gent toevallig aan een pleintje vol met voorwaartse plekken en meestal geraakte ik hem daar wel ergens kwijt. En als dat niet het geval was, vond ik wel ergens een gat dat groot genoeg was om voorwaarts in te rijden en dan wat bij te sturen.

Als het af en toe toch eens moest gebeuren (soms kan je echt niet anders), dan ging dat gepaard met hartkloppingen, overmatig zweten en instant roodheid. Om vervolgens meestal toch de aftocht te blazen als er iemand op stond te kijken. Helemaal alleen lukte het soms wel, maar we kunnen daar eerlijk in zijn. Wanneer ben je helemaal alleen aan het parkeren in een stad als Gent? Juist ja.

En hoewel ik mijn lief in 24 dagen naar een rijbewijs geloodst heb, heb ik het parkeren uitbesteed aan i. Die zag dat helemaal zitten. En volgens mij heeft ze dikke leute gehad met het hem uit te leggen. Maar credits aan i. Het was mij nooit gelukt, op dat moment kon ik het zelf namelijk (nog) niet.

Maar toen verhuisden we naar de Brugse Poort (alleen maar achterwaartse plekken) én kreeg mijn auto parkeersensoren. Ik had nu geen andere keuze meer dan een rasechte pro te worden.

Fast forward naar dinsdagnamiddag. Ik heb al twee rondjes gedaan als ik plots een gaatje zie in de Olijfstraat. Ik zet mij naast de volgende auto en wil net aan mijn achterwaarts manoevre beginnen. Als. Als.

Er plots uit de auto naast mij een man stapt, hij loopt naar zijn koffer en wil er iets uithalen. (Ik vermoed schildersmateriaal, aangezien hij voor de rest volledig in outfit was). Onze blikken kruisen en plots voel ik me een halve seconde weer de parkeerseut van 2 jaar geleden. De man besluit om een houding aan te nemen die het best te omschrijven valt als ‘we zullen eens zien hoe goed dat madammeke hier kan parkeren’.

Vervolgens heb ik met één hand, in één supervlotte beweging mijn bolide in het gat gezet. Ik was er zelf even niet goed van, het was mogelijks mijn beste parkeermanoeuvre tot nu toe.

Ik ben uitgestapt met de grootste flair en heb eens arrogant geknikt naar de vent die een minuut eerder nog dacht dat hij een aanrijdingsformulier ging moeten invullen.

Achter de hoek ben ik dan even over mijn eigen voeten gestrompeld, maar dat heeft hij gelukkig niet gezien.