Mijn lief gaat heel boos zijn dat ik deze post schrijf, want hij rolt nu al permanent met zijn ogen als het over het huishouden gaat. En de verdeling ervan. Vooral dat.

Toen ik de eerste keer in zijn appartement binnenkwam (hij durfde me eerst 5 dagen gewoon niet binnenlaten en kwam nog liever in mijn piepklein en ijskoud – geen verwarming, remember – stulpje zitten. Een beetje genegeerd blijkbaar, al bleek dat niet zo hard nodig), wilde ik het meteen onder handen nemen. Nadat ik wat meubels van plaats had verwisseld (ok, alles ongeveer), heb ik me op ‘de kuis’ gestort. Een hele zaterdagnamiddag, terwijl hij naar Brugge was. Ik had toen al moeten weten dat hij niet echt een kuismaniac is. Tja.

Nu, we kunnen daar eerlijk in zijn. Ik ook niet. Ik poets alleen graag als het proper is (wegens anders veel te veel kostneigingen, sorry), maar ik woon wel graag in een proper en opgeruimd huis. Die twee vallen moeilijk te rijmen als er geen poetsvrouw in het spel is (which I hope, is a ‘not-yet’-story). Maar bon, voorlopig doe ik het dus wel.

De verdeling van het huishouden is er een beetje ingeslopen. Mijn lief doet de afwas en zet de vuilniszakken buiten. Boodschappen en was ophangen doen we allebei een beetje. Ik kook en doe al de rest. En dat is veel. Te veel, in combinatie met een full time job en een gigantisch gevulde agenda daarbuiten. Maar bon, ik had me er in geschikt.

Maar toen gingen we met een andere koppel naar Berlijn. Mijn schoonzus en haar lief om precies te zijn. En toen bleek dus dat die samen poetsen. J. (de man) neemt ook wel eens dweil vast, zelfs op heel regelmatige basis. Mijn lief had dat al een keer expliciet geweigerd, toen ik dat expliciet gevraagd had. Eén keer, al die andere keren had ik dat gewoon spontaan zelf gedaan. Terwijl hij aan de pc zit bijvoorbeeld, en alleen zijn voeten moest opheffen als ik eronder kwam stofzuigen.

Sukkeltje, denkt ge nu. Maar geef toe. Ergens ben je ook opgelucht, dat die compleet fantastische man van mij toch een beetje voeling heeft met de mannelijke realiteit en bijgevolg niet helemaal perfect is. Ik vergeef het hem. Vooral om dat een groot stuk van de rommel. Van mij is. Uhum.

Maar ik ben wel blijven zagen. En blijven staven. Ja, uw zus en haar lief. Die poetsen dus wel samen. Nieuwe mannen, die helpen. En ik werk evenveel uren als gij, dus waarom zou het allemaal op mijn schouders moeten vallen? Ah, daar hebt ge niet van terug he. (Zijn enige respons is meestal: “maar allez, dat ligt hier toch niet vuil” – misschien moet hij toch eens naar de oogartsl)

In combinatie met een zielig smoeltje is zagen blijkbaar effectief. Want afgelopen weekend hebben zowaar samen gepoetst! Ik heb de badkamer volledig gedaan en de slaapkamer, terwijl mijn lief de living heeft opgeruimd, afgestoft en gestofzuigd. Nadat hij de afwas had gedaan, heb ik me nog op de keuken gestort. Een topteam.

Ondertussen hebben we gelachen. Met dingen naar elkaar gegooid (pestpoetsen is fun!). Af en toe kusjes gestolen.

Het resultaat na amper twee uur: een proper opgeruimd huis. Met dank aan P., die dat ook scherp opmerkte. Twee uur jongens, dat is nikske.

U begrijpt dat hij er aan hangt tot wij – ooit – een poetsvrouw hebben.