We zijn vrijdag, de zogezegd laatste stille dag. Dat was toch de bedoeling. Maar omdat er gisteren nog niet bijzonder veel verbetering merkbaar was (een heel klein testje was genoeg om te beseffen dat het nog altijd niet bepaald klopte), boekten we een nieuwe afspraak bij de dokter. Dit keer de Gentse. Nog meer zwijgverbod (de rest van het weekend), extra vitaminen en medicatie.

Ik was nog geen twee minuten bedrukt op het werk toegekomen, of mijn collega B. hing al aan de telefoon met een stemspecialist om een afspraak voor mij te regelen. Het is niet dat ik zelf kon bellen natuurlijk, ha. En het wordt allemaal een beetje dringend, want normaal gezien zou de zes maanden radiostilte maandag doorbroken worden. En maandag, dat is wat we noemen redelijk dichtbij. Collega B. is bijzonder overtuigend, want ik mocht vanavond nog langsgaan. Met een klein hartje naar de neus-, keel- en oorarts.

Pas op, ik was goed voorbereid. Ik had een mooie brief gemaakt, met de hele uitleg. Want met hand en tand maar zonder stem uitleggen hoe de situatie in elkaar zit, is om problemen vragen. Ik was mijn plechtige brief begonnen met hem te bedanken omdat hij mij er nog had tussen genomen, iets wat hij bijzonder apprecieerde. Daarna begon hij mij te prijzen over de efficiëntie van de brief. Al twee complimenten en ik had nog niet eens iets gezegd. Goe bezig, doc.

Er moest eens dieper naar die stembanden gekeken worden, zodat we tot de kern van de zaak konden komen. Of het een tijdelijk probleem is of iets dieperliggend: de hamvraag. De procedure daarbij is dat er een camera door je neus wordt geramd. Ik vreesde het ergste, want de stoel waarop ik moest gaan zitten zag eruit als een sm-toestel en blijkbaar word je normaal gezien verdoofd voor die procedure. Maar vanwege de borstvoeding wilde doc het proberen zonder verdoving.  No shit, brave face.

Ik wist niet wat ik moest verwachten, maar het viel eigenlijk bijzonder goed mee. Onaangenaam ja, maar niet echt pijnlijk. Bevallen zonder verdoving, dat was pijnlijk (nee, ik ben dat nog niet vergeten). Een camera in je neus, dat is gewoon wat raar. Vervolgens moest ik bizarre geluiden maken (of proberen te maken) en ademen. Toen hij mij daarna verzocht om even te gaan zitten om ‘het allemaal te bespreken’, vreesde ik het ergste.

En voor u samen met mij bang wordt: het is goed nieuws. Er is geen dieperliggend probleem. (collectief opgelucht ademhalen:nu)

Verder kreeg ik goede punten over het zwijgen de voorbije dagen (en eerlijk, ik ben trots op mezelf dat ik het zo flink doe) en slechte punten over mijn stressgehalte. Hij vroeg of ik misschien totaal uitgeput was (wat? Ik?), veel stress had (dat is nu raar) of helemaal vermoeid was (Basiel slaapt toch door, hoe kan ik nu vermoeid zijn?).

Bon: virale infectie – ja. In combinatie met kilo’s stress en vermoeidheid. En al die dingen samen hebben er voor gekozen om collectief op mijn stembanden te gaan zitten. Blijkbaar is het daar wel gezellig.

(Ja, het is waar. Ik stress over alles. Ik loop mezelf voorbij. Ik wil teveel. Ik wil alles. Ik wil de perfecte vrouw zijn, mama, vriendin, radiomaakster, lief. En ga zo maar door. En het is allemaal wat druk. Misschien ja. Misschien wel)

Ik kreeg dus de opdracht om dit weekend absolute rust te nemen. “En daarmee bedoel ik niet alleen zwijgen mevrouw. Totale rust. Doe iets leuks. Laat uw echtgenoot opstaan. Rust. Niks anders.”- Over die echtgenoot gesproken, mevrouw. Heeft u een beetje een goede echtgenoot die het wat wil en kan overnemen?” Ik kon alleen maar volmondig ja knikken. Ik heb maar niet gezegd dat hij eigenlijk niet mijn echtgenoot is, maar gewoon mijn lief. Ik moet mijn stem sparen, weetwel.

Bij volledige rust, zag doc het zitten dat ik maandag op antenne zou gaan. En als het niet zou lukken, mocht ik altijd terugkomen. Ik wilde hem knuffelen, maar dat zou misschien wat raar geweest. Tot volgend jaar ook een volledig verbod op roepen, zingen en fluisteren. En drie zweepslagen voor de keel schrapen. Maar rust zou me maandag weer mijn stem teruggeven, en daar heb ik veel voor over.

Voila. Ik zit dus in de zetel en ik doe niks. Het huis staat een beetje ondersteboven, maar ik moet rusten. En manlief (ik bedoel lief-lief) is gaan pokeren. Dus blijft het maar even zo. Morgen begin ik de dag met een lang bad en gaat Tom alles doen. Alles.

Ik kan daar niks aan doen, doktersvoorschrift.