Het scenario: omdat de crèche vandaag gesloten was (pedagogische studiedag of zo), was Basiel sinds gisterenavond bij oma en opa. Mijn lief ging hem vandaag ophalen, waardoor ik enkele ‘gestolen uurtjes’ had. En daar ging ik echt van genieten.

De planning: Na het werk meteen vertrekken richting zwembad (mijn zak lag al in de auto) – ik word gelukkig van sport, daarna stoppen in de Delhaize (op de weg) om vervolgens thuis te komen en op mijn gemak voor het eten te zorgen. Zo van het soort dat ik mezelf een glaasje wijn zou uitschenken (gesteld dat ik dat zou lusten) en tussen het potten roeren door, ook in een of ander roddelboekje zou bladeren. Rustig. Even genietend van de stilte. Ik zou dan ongeveer klaar zijn, tegen dat mijn lief en zoon weer thuis waren. En aangezien ik die laatste al van gisteren moest missen, zou dat een geweldig blij weerzien zijn met een ontspannen moeder.

De werkelijkheid: Alles in het water.

Het begon met een bijna lege tank. Ok, ik ga al tanken als er nog ¼ in de tank zit, maar anders word ik gewoon ongemakkelijk. Ik heb een kaart van Q8 en toevallig is er eentje vlak bij mijn werk. Vanaf daar zijn er twee wegen die naar de E17 leiden. Eentje langs de konijnenpijp en eentje door Zwijndrecht. Ik rij bijna altijd langs Zwijndrecht, maar omdat ik nu al dichtbij de andere oprit was, dacht ik een paar minuten tijd te winnen door langs daar te gaan.

Worst idea ever. Of misschien nog erger.

Het stond nergens aangegeven, maar de oprit was afgesloten. Ik geraakte dus niet op de E17. En wat daarna volgde, was een kleine nachtmerrie. Ik belandde eerst in de Antwerpse haven en vervolgens op een parallelweg van de E34. Ik geraakte nergens opnieuw richting Antwerpen, en hoe verder ik in de verkeerde richting langs de E34 reed, hoe slechter dat plan ook werd. Er stond daar namelijk een gigantische file. Nog iets gigantischer dan de file waar ik in stond. Toen ik uiteindelijk op de E34 geraakt was, bleek er geen doorsteekmogelijkheid naar de E17 meer te zijn. Ik besloot om tot in Zelzate te rijden en daar de R4 richting Gent te nemen.

Worst idea ever. Of misschien nog erger.

Daar zijn ze namelijk op twee plaatsen aan het werken. Jochei, wegenwerken die ervoor zorgen dat je de minuten ziet wegtikken voor de sluitingstijd van het zwembad. Ondertussen was ik al meer dan anderhalf uur onderweg. Kruis over de zwembadplannen. Ondertussen was er ook ontploffingsgevaar in de broek. Ik had op het werk namelijk nog even getwijfeld of ik nog zou plassen of niet, maar ik dacht ‘goh, tot aan het zwembad dat lukt nog wel.’ En ik was gehaast, weetwel. Ik was dus niet meer geweest. Maar omdat we al bijna twee uur verder waren en ik vandaag braaf een fles water naar binnen heb gewerkt, lukte het niet meer. Ik heb oprecht overwogen om in mijn auto pipi te doen. Die zetels absorberen nog wel goed denk ik. En u begrijpt, dat elk bultje in de weg een absolute verschrikking was. (Vrouwen, jullie snappen dat wel. Toch?)

Meer dan twee uur later.

Ik ben uiteindelijk net op tijd thuis geraakt. Net op de tijd op de wc geraakt. En terwijl ik daar van de geneugten van plassen zat te genieten, dacht ik er het beste van te maken. Dan maar met de fiets naar de ‘verre’ Delhaize. De boodschappen een beetje beperken en genieten van de frisse lentezon. Zoiets.

Dat ik toen ik daar aankwam besefte dat ik mijn fietsslot vergeten was, liet ik ook niet aan mijn hart komen. Dat ik daardoor moest terugkeren (2 km volgens enkele rit volgens routenet) en daarna weer terugkomen, beschouwde ik als een voordeel. Zo deed ik toch nog wat extra sport. En onderweg ben ik leuke dingen tegengekomen. Een hond die voor 1/3de uit ballen bestond, mensen met een winterjas (te begrijpen) en met blote benen (optimistisch) en een ruziemakend koppel. Ik probeerde niet gestresst te zijn om de vele verloren uren, de bijna gesprongen blaas en het telefoontje naar het lief om te voorkomen dat ik niet in tranen zou uitbarsten. Ik probeerde er de grap van in te zien. Van mijn eigen stommiteiten. En dat lukte eigenlijk nog wel.

Ik begrijp alleen niet hoe die pot ijs in mijn winkelkar is geraakt. Bijzonder merkwaardig dat.