Bijna een hele eeuw oud is ze, geboren op 6 december 1912. Voorlopig nog even 98, maar binnenkort zonder problemen 100. Dat is het plan. Bij mijn eerste communie zei ze dat ze mijn plechtige communie nooit meer zou meemaken, bij mijn plechtige ging ze het nooit meemaken dat ik ging studeren. En ga zo maar door. Toen ze 80 werd en er een groot feest gegeven werd, ging ze nooit de 90 halen. Uiteraard zei ze hetzelfde toen ze 90 werd. En dat zal over twee jaar wel net hetzelfde zijn. Als we haar 100ste verjaardag vieren.
Mijn overgrootmoeder. Die intussen zelfs al bedovergrootmoeder is. Die 98 is en nog helemaal alleen woont. Die vindt dat een rusthuis voor oude mensen is. De grotemoe.
Ondanks haar hoge leeftijd, is ze trouwens wel behoorlijk modern van gedachten. Zo vindt ze samenwonen een goed idee (ge moet u niet direct in een huwelijk storten, kinneke) en valt ze niet achterover van scheidingen en nieuw-samengestelde gezinnen. Dat is allemaal normaal (en vroeger was het niet beter zenne, mijn kind).
Maar ze heeft wel haar gedacht natuurlijk. En een duidelijke eigen mening. Toen ik haar met Sinterklaas belde voor haar verjaardag, vroeg ze me hoe het was met de kleine. En toen moest ik natuurlijk uitleggen dat het voorbij was. Dat we geen koppel meer waren. Pijnlijk.
Ze vond het jammer voor de kleine en Mark en mij (ze noemde mijn ex altijd Mark, ook al heette die mens niet zo. Maar hij had ooit Mark gespeeld in een bepaalde serie op tv waar zij elke dag naar kijkt, dus dat was makkelijker – Ter info, ook mijn eerste lief sprak ze steevast aan met Mark, terwijl die mens ook een totaal andere naam had). Toen ze vroeg hoe het met mijn eerste lief ging (die andere ‘Mark’ dus), zei ik dat die gelukkig was met zijn nieuwe vriendin. En dat hij ermee samenwoonde.
Toen werd het stil aan de andere kant van de lijn. Om dan de legendarische uitspraak te doen “Ah. Die woont WEL al samen.”
Ik was er een beetje slecht van. Zij was natuurlijk haar hele leven bij dezelfde man gebleven, ook al was dat over het algemeen gesproken niet meteen een groot succes. Vroeger was dat gewoon zo. Maar ze vond dat ik het met twee serieuze lieven op acht jaar tijd toch al bont genoeg had gemaakt. Ik was toch ook niet meer zo jong, het was toch ongeveer tijd “om er aan te beginnen”. Ja, grotemoe, ik doe mijn best.
En dan is het natuurlijk allemaal snel gegaan. Soms overvallen u dingen die ge niet kunt voorzien. Zoals een ongelooflijke prachtvent tegenkomen bijvoorbeeld. Zoals daar meteen mee gaan samenwonen, omdat het allemaal juist voelt. Zoals een huis kopen, omdat ge zeker bent van elkaar en de rest van uw leven bij elkaar wilt blijven. Omdat ge met die intentie door het leven gaat, omgeven door veel liefde.
Ik was dus ook trots toen ik op het laatste familiefeest met T. aan mijn hand binnenwandelde. Met luide stem (ja, het is niet dat ge op uw 98ste perfect hoort) zei ik: “Grotemoe, ik heb mijn nieuw lief meegebracht he”.
En toen sprak ze.
“Ja Fieke. Het is te hopen dat het deze keer wel blijft duren e.”
– huh?
Ik heb het nog proberen te redden door te zeggen dat we WEL al samenwonen. Maar dat mocht niet meer baten. Gelukkig ben ik er ongelooflijk gerust in.