In de categorie veelgestelde vragen is bovenstaande zeker de winnaar. Iedereen vraagt het zo ongeveer, hoe gaat het nu? En vaak ook gevolgd door, en hoe gaat het met u? Als ge daarvoor de tools hebt, dan kunt ge gewoon een collectief antwoord geven. Bij deze.

We zijn natuurlijk nog maar een week ver, dus alles wat ik hier vertel is sowieso een beetje provisoir. Of nogal veel. Wat er nog gaat komen, dat weten we niet. Maar voorlopig gaat het goed. Ja, serieus. Over het algemeen gesproken, gaat het fantastisch. We kunnen uiteraard niet geloven dat Basiel (jeej, ik mag eindelijk Basiel schrijven en niet meer Hugo!) er nog maar een weekje is, maar dat weekje is heel goed verlopen. (For that matter, hij heeft officieel wel Basiel Hugo Brutin, ‘t is maar dat ge het weet)

Ge zult dit waarschijnlijk niet verwachten uit de mond van een pas bevallen vrouw, maar ik kan weer slapen. Ik word natuurlijk verondersteld om de halve nacht wakker te zijn omdat ik een huilende baby moet troosten, verversen of voeden. En dat is ook wel zo. Maar slapen zonder een gigantische zwangere buik, zonder maagzuur en rugpijn – dat is bijzonder bevorderlijk voor de slaap. En we mogen niet klagen. Sinds we thuis zijn, heeft Basiel elke nacht al een overbrugging van 4,5 uur gedaan ’s nachts. Zo lang heb ik al maanden niet meer in één stuk geslapen. Dus ja, de herontdekking van slaap is bliss.

Ik mis de schopjes in mijn buik, maar de rest van het zwangere lijf niet. Ok, het is niet dat ik op mijn plooi ben. Toen ik gisteren tot aan de Feniksbrug en terug ben gewandeld, heb ik daarvan ongeveer twee uur moeten bekomen. Alles doet nog pijn (al is alle pijn tegenwoordig relatief, na die bevalling) en ik heb geen conditie meer. Maar ik kan weer bukken, ik voel weer buikspieren en binnen afzienbare tijd ben ik weer normaal. Daar ga ik toch van uit. (Hoe lang duurt dat ongeveer, dat ge er niet meer 4 maanden zwanger uitziet? Ik doe elke dag trouw mijn oefeningen, ook al is het afzien).

Mijn lief is nog een weekje thuis, en samen genieten we van het hele gebeuren. En hij ontpopt zich tot een toppapa. En hij heeft nu ook tijd voor andere dingen, zoals deze week twee potten laten aanbranden (eentje kunnen we niet meer gebruiken) en fruitvliegen achtervolgen met de stofzuiger. Maar hij is vooral de allerbeste papa van de wereld. En voor mij, de allerliefste en meest steunende partner die een pas bevallen vrouw zich kan voorstellen. Gat en boter, ge kent het verhaal ondertussen.

De borstvoeding loopt ook vrij goed, al is hij de laatste twee dagen een beetje lui met aanhappen. Ik had me voorbereid op horroverhalen en af en toe hebben we wel een klein beetje problemen, maar niks echt ergs. Hout vasthouden dus, dat het zo blijft gaan. Het is natuurlijk wel zo dat ik het grootste deel van de dag een melkmachine ben, maar ook daar hadden we rekening mee gehouden. Dus we kunnen dat aan.

De babyblues dan. Daar wacht ik nog steeds op. Ok, des avonds vloeien er al eens traantjes en kan mijn lief mij niet stevig genoeg vastpakken. En ik ben moe. En ik durf me niet zo goed buiten vertonen omdat mensen dan zeker denken ‘amai, die heeft zo’n klein boeleke en die is al opnieuw zwanger’. Ik weet dat ik daar niet mee moet inzitten, maar het is toch even zo.

Maar al bij al. Kunnen we ons gewoon niet meer voorstellen dat Basiel er niet was. En kunnen we uren naar hem kijken. Afgewisseld met verliefde blikken naar elkaar. Oh ja, er gaat hier met clichés gemept worden. Pas maar op.