Het heeft lang geduurd, maar Basiel begint goed te babbelen. Hij kan ook geweldig enthousiast zijn over de dingen die hij tegenkomt. Als we op straat wandelen, benoemt hij alle spectaculaire dingen die we tegenkomen (een bus, een camion, een kraan, alle automerken die rondrijden in de familie- en vriendenkring, …) en als we echt geluk hebben, passeert de politie wel een keer met sirenes. Dat zijn topmomenten voor onze zoon.
Maar op onze allerlaatste wandeling van de crèche naar huis, kon ik mijn afscheidstranen opbergen om plaats te maken voor een andere emotie. Awkwardness.
Ik hoop echt dat ik hiermee niemand beledig, want dat is absoluut niet de bedoeling. Maar we liepen dus door de Bevrijdingslaan en er komt een dame op ons af. Dit exemplaar was van het extreme obese type. In bepaalde delen van Amerika zouden ze daar misschien niet van opkijken, maar ik had het toch ook nog niet zo vaak gezien. Maar uit respect en beleefdheid gedraag je je uiteraard zo normaal mogelijk.
Behalve als je twee en een half bent. Dan stop je, wijs je en roep je heel luid:
“Wattanu?” (= Wat is dat nu?)
“Gwoot e mama”
Auch.
(Ja jongen, een grote auto he. Uhum.)
Het moet een jaar of 17 geleden geweest zijn. Ja, je onthoudt die dingen dus hè. We zitten op de trolleybus. Met zo’n helder kwekstemmetje: “Kijk mama, daar zit een zwarte meneer!”. Ik heb maar even geknikt en verder niets gezegd.
pffff. Mijn kleine tegen een kassierster die er ongeveer 40 uitzag “kijk, dat is net de oma van ….” (kindje van zijn klas)….