Naast babbelen op de radio en in reclamespots, improvisatietheater en sporten heb ik nog een andere hobby. Een hele oude al. Van zolang ik mij kan herinneren ben ik ‘bezig met huizen’ (ja, ik bedoel dat even vaag als het klinkt)

Toen de droomfabriek nog bestond, heb ik volgende brief nooit durven op te sturen:

“Beste droomfabriek, ik ben Sofie en mijn droom is om in elk huis in ons land te mogen binnen kijken, waar ik dat maar wil. Gewoon rondrijden en zeggen “hier wil ik eens binnen gaan!”. – Ik ben nooit bij Rani, Sabine en Bart mogen komen. Ik vind het nog steeds jammer.” (de kansen waren sowieso redelijk klein, omdat ik de brief nooit opgestuurd heb natuurlijk)

Ik wilde ook heel lang architect worden. Ik heb stapels en stapels plattegronden liggen, ik kon kan mij daar werkelijk uren mee amuseren. Het is ook één van de weinige dingen die me instant ontstressen. Als ik het echt moeilijk heb en er is potlood, pen, gom, latje en geruit papier in de buurt. Dan komt het goed. Dan teken ik plattegronden. Relax.

Toen ik ontdekte dat er ook wiskunde kwam kijken bij het professionele tekenen van huizen, heb ik het plan om architect te worden redelijk snel opgegeven. Of wacht. Meteen. (Na het laatste examen in het zesde middelbaar heb ik ook een vreugdedans gemaakt rond mijn brandende wiskundeboeken. You get my point?)

Het gaat trouwens verder dan tekenen. Ik speel ook graag met lego. Nu ja, spelen. Ik bouw vooral graag huisjes. Die ik daarna verstopte voor mijn broer en zus. Preventief. Als zij het zouden hebben gevonden en kapot gemaakt, dan waren er zeker doden gevallen. Ik moest mijn bouwwerken dus wel verbergen. (nee, ik zeg niet waar)

Jaren later bleek er nog eentje op de geheime verstopplaats te zitten. Mijn moeder heeft het ingepakt en afgegeven als cadeautje toen we net ons huis hadden gekocht. Sindsdien staat het hier op de kast, als reminder.  (Ik ga er een aftelkalender bijhangen denk ik, nog zes maanden en we kunnen verhuizen!)

In tussentijd – er zijn al meer dan twee maanden verstreken sinds ons bod aanvaard werd, maar we kunnen dus pas verhuizen rond Kerstmis – hou ik me alvast bezig met de inrichting. Plannen slingeren hier dus ten allen tijde rond. De zetel is mijn geïmproviseerde architectenbureau.

De computer dient voor de afmetingen van de doorsnee meubels (www.ikea.be kan daarbij een grote hulp zijn), de rekenmachine is om alles juist op schaal te tekenen, de rest is allemaal tekenmateriaal. Ik heb ook nog een hoop kleurenkaartjes (vrij te verkrijgen bij Brico, Gamma en andere doe-het-zelvers), maar daar ben ik nog niet toegekomen. Pas als de meubels een plaats gekregen hebben op het plan, ga ik echt nadenken over kleuren. Of wacht. We hebben ook nog geen meubels. (Ik bedoel: we willen graag een nieuwe zetel en eetkamer, want nu zijn het samenraapsels, afdankertjes en mish mash).

We hebben tegenwoordig dus ook een nieuwe hobby ten huize Brutin. Meubelzaken bezoeken op zondag. Kringloopwinkels afschuimen.Heerlijk.

Of ben ik daar allemaal nog te vroeg mee, zo’n zes maanden voor de eigenlijk verhuis?

En trouwens, valt het op dat ik er naar uitkijk?