Begin deze week deed ik mijn beklag tegen Lilith, dat ik echt niet gemaakt ben voor weekmenu’s. Nochtans zou ik dat beter wel doen, al was het maar om de dagelijkse “aah, wat gaan we nu weer eten”-stress te vermijden. Ik doe mijn best om zoveel mogelijk gestructureerd te werk te gaan en uiteindelijk slaag ik er bijna altijd in om iets op tafel te toveren. Maar eerlijk is eerlijk, vlot gaat dat niet.

Het loopt eigenlijk al fout bij het meest cruciale punt in het verhaal: het OPSTELLEN van een weekmenu. Wanneer doe je dat? Je moet daarvoor toch even gaan zitten en iets noteren. Ik zoek heel hard naar zo’n moment op een dag, maar dat lukt eventjes niet. Als ik thuis kom van het werk en er is nog een beetje tijd, dan stort ik mij op andere huishoudelijke taken (je bent nooit klaar, toch?)/een dut (ik heb het lastig de laatste tijd, ik geraak maar niet uitgerust en die wekker blijft dodelijk vroeg)/sporten (ok, ook al even geleden, datte) en dan zo rap mogelijk mijn zoon gaan halen, die ik tegen dan heel hard mis. Maar met een peuter die het kot op stelten zet, lukt het me dus ook niet om een weekmenu te maken. (En ik voel u al komen, wanneer schrijft gij dan een blog? Awel, ik vraag het me soms ook af.)

Alles begint bij een goede voorbereiding, ik weet het. Maar het is al vier weekends geleden dat we nog eens thuis waren en in de week is het zo zot, dat alle structuur gewoon in het water valt. Ik heb me voorgenomen om vanavond echt nog eens een grote collect & go te doen, maar voor de rest leven wij van droge voeding (ik probeer onze voorraadkast wel goed op peil te houden, leve onze nieuwe berging!) en onze fantastische groentewinkel om de hoek.

Bon, dit weekend is er wel een heel klein beetje ruimte, dus ik ga er volledig voor. Als inspiratiebron ligt Pascale klaar, Jeroen en de blogs van i. en Lilith. Ik wil zo graag fan worden van het systeem, omdat ik hoop dat het me gaat helpen.

Maar deze week is het dus (nog) zonder weekmenu. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat wij niet eten. Waarom niet eventjes delen, dacht ik, voor al die mensen die nog in de “aaaaah, wat gaan we vanavond weer eten”-stress zitten. (En ik hoef dat niet te vertellen, maar ik probeer ook zo gezond mogelijk te koken. Want proberen ook nog te vermageren natuurlijk.)

Maandag: spirelli met kerstomaten uit de oven + spinazie (en een beetje room)

Dinsdag: knolselder, krielaardappelen, zoete patat, radijzen en rode biet in kleine blokjes in de oven met kaas van de rasp én een spiegelei. (eigenlijk zijn dat allebei recepten van i., maar die kan dan ook zot goed koken)

Vandaag: groene asperges met zalm uit de oven (en eerst uit de diepvries, dat visje toch)

Morgen: het vraagteken lonkt.

Vrijdag: Zot, dat duurt nog twee dagen. Hoe kan ik nu al weten waar ik dan zin in ga hebben?

Ik heb goede hoop, dat het nu eindelijk wel eens gaat lukken. En dat ik het zelfs leuk ga vinden. Wie weet, een mens mag al eens zot doen in zijn gedachten? Maar onder ons gezegd en gezwegen: eigenlijk ben ik ’s avonds zo kapot dat ik liever helemaal niet meer zou moeten koken.

Dan blijft mijn keuken ook proper, weetwel.