Na zeven jaar op kot zonder warm water en deftige douche in de Florbertusstraat, zette ik in 2009 officieel de stap naar het Gentenaarschap. Mijn domicilie verhuisde van de heimat naar een piepklein appartement op het Casinoplein, waar ik niet gelukkiger kon zijn. Vooral in de zomer, toen het niet zo ijskoud was omdat de verwarming niet werkte en de zon zo heerlijk langs de grote ramen op mijn allereerste dubbel bed kon binnenvallen. Volwassener als dat wordt het niet.

Op een auditiedag van de Lunatics raakte ik niet veel later aan de praat met een geweldig toffe madam. We bleken 300m van elkaar te wonen en moeten ook allebei geweldig veel gezelschapsspelletjes gewonnen hebben, want het geluk in de liefde was bij ons allebei eerder schaars. Zij had toevallig een prachtig huis een beetje verder. Niet alleen was er verwarming (praise the lord!), een warm bad (hallelujah!) en een wasmachine (hosanna in de hoge!), het was er ook onwijs gezellig.

Het gebeurde eigenlijk redelijk direct dat we vriendinnen werden. Gelijkaardige status op facebook, gemeenschappelijke hobby en gehuisvest vlakbij elkaar – dat zijn geweldige ingrediënten voor een vriendschap.

Wij gingen zelfs al op vakantie naar Spanje toen de smartphone nog niet was uitgevonden.

Die keer dat mijn wc het begeven had kreeg ik zelfs een sleutel, die ik eigenlijk niet meer heb moeten teruggeven. Het gele badeendje dat als sleutelhanger dienst deed, bleek ook symbolisch voor de wellnessactiviteiten waar ik af en toe van mocht profiteren. Ik in het warme bad, zij daarnaast. En dan kletsen tot het water koud word, want wij kunnen toevallig geweldig goed kletsen.

We leerden op dezelfde dag de man van ons leven kennen, die ook nog eens dezelfde initälen bleken te hebben én hetzelfde beroep. (Heel even was er twijfel dat het om dezelfde man ging, maar we hebben dat vrij snel kunnen uitsluiten). We verhuisden allebei (dus officiëel zijn we allang geen buurvrouwen meer), er kwamen kinderen, een huwelijk, prachtige momenten en ook hele moeilijke. Ik kan daar altijd terecht, en omgekeerd hoop ik hetzelfde. Er zijn maar weinig mensen bij wie ik me zo op mijn gemak voel. We hebben haar zelfs meter gemaakt van Felix, dat is toch wel een titel waar je niet licht over gaat.

Afgelopen vrijdag legden onze venten een pokerkaartje, terwijl wij de uren volpraatten. En als we niet allebei onze ogen voelden dichtvallen van vermoeidheid, zaten we daar mogelijks nog te babbelen.

Van een geweldige buurvrouw, naar een kanjer van een vriendin. Hoe geweldig veel toeval om iemand achter de hoek te vinden die zo snel verhuisd is naar mijn hart (en jammer genoeg ook naar de suburbs ;)), maar – en dit ga je niet geloven –  het was NOG EENS prijs.

Hoe gaat dat tegenwoordig met Instagram? Ge post een foto van uw straat en iemand comment dat het toevallig ook haar straat is. Ge scrolt wat door elkaars feed, stuurt wat berichten en het verhaal begint. Ge gooit wat kraamkost binnen, ge helpt mekaar als er eens een uurtje een babysit vandoen is. En ge eet allebei graag sushi. En bovenal: het blijkt weer maar eens een geweldige madam te zijn.

De pech zit ‘em in het feit dat ook deze buurvrouw besloot om ‘een beetje’ verder te gaan wonen. Niet echt extreem ver, maar als je gewoon bent om er een halve minuut over te doen om aan haar voordeur te staan, dan is alles ver natuurlijk.

Het is allemaal nog pril, maar wel gezellig. En omdat we straks sushi gaan eten, begon ik te mijmeren. Excuses.

Twee fantastische buurvrouwen. Ik kan niet klagen over wat dat Gentenaarsschap mij al allemaal gebracht heeft.

.

(Zeker als een goeie buur, een dichte vriend wordt)