Je knippert twee keer met je ogen en ze zijn groot. Dat gevoel heb ik elke dag sinds we kinderen hebben, maar het woord stroomversnelling lijkt specifiek uitgevonden voor deze vakantie.

Een paar maanden geleden zei Felix bij het uitoefenen van zijn hobby badgaan, dat hij op het potje wilde. Omdat we maar één toilet hebben (major problem, moeten we echt iets aan doen. Als we ooit eens geld hebben), slingeren er hier altijd potjes rond. Toen een halve minuut later ook echt bleek dat hij pipi had gedaan, was ik euforisch. Bij zijn grote broer had het maanden geduurd eer er ook maar iets in het potje zat, dit ging gewoon vanzelf? En bijna een jaar vroeger dan bij Basiel!

In de maanden die volgden ging hij af en toe (op eigen vraag) op het potje zitten en mikte een kleine boodschap in het ding. Waarna wij hem bejubelden alsof Bono plots in onze badkamer stond. Of living. Of slaapkamer. Op dagen dat we thuis waren, liet ik hem af en toe zonder broek rondlopen. Ook op de crèche deden we af en toe testdagen. En deed de wasmachine overuren.

Pas vorige week voelde ik dat er echt een klik was. Afgelopen week was ik alleen thuis met de jongens dus ik moest er voor gaan: bring on the opkuiswerk. Cold turkey. Pamper uit, zonder uitzondering. Dat betekent inderdaad met een bang hartje naar de supermarkt, speeltuin of zelfs de zetel. Altijd en overal reservekleren en doekjes. En als het kind ‘pipi doen’ mompelt, is het alle hens aan denk. Ook tijdens een fietstocht, waar ze ‘toevallig’ allebei moesten plassen.

Long story short: in het departement pipi zitten we goed, voor de grote boodschap geven we hem nog wat krediet. Dat ging bij Basiel ook in twee fases. De pamper is hier volledig buiten gevlogen, dus ook voor de dutten en ’s nachts. Tot hiertoe: volledig droog. Vuistje voor de bijna-kleuter.

Dat brengt natuurlijk met zich mee dat het kind ook in een groot bed moet slapen. Het zou anders nogal een gedoe zijn om ‘s nachts uit een spijlenbedje te geraken met een blaas die ‘potje’ roept. Oma en opa brachten maandag een vintage bed (nog geen foto omdat de rest van de kamer interieurgewijs – nog – niet klopt, zo ben ik dan wel) en Felix stapte er in alsof hij nooit iets anders gedaan had. Basiel schoof er een matrasje naast, want sinds onze Zeelandtrip slapen de broers samen. Basiel is de allerliefste grote broer, die trots over Felix waakt. Ik moet elke avond mijn hart bij elkaar vegen na de ‘slaap-el mama’.

Alsof (bijna) droog en van een babybed naar een groot nog niet genoeg was, gaat hij binnenkort ook nog eens naar school. Serieus, hoeveel meer moet een moeder nog kunnen verdragen? Zal ik hem anders morgen naar zijn eerste fuif brengen en overmorgen naar zijn eerste kot, het altaar of prostaatonderzoek?

We zijn vandaag dus een boekentas gaan kopen. Ik was benieuwd naar de vernieuwde winkel van Bollebuik (waar twee keer onze lijst lag) en fietste er met de jongens naartoe.

De make-over van Bollebuik is zo geslaagd dat ik constant tegen mijn eierstokken moest roepen dat ze zich rustig moesten houden. De babyspullen in die winkel zijn gewoon te prachtig en schattig voor woorden, dus de stokken waren serieus tegendraads. Dat zijn ze eigenlijk altijd als ik mezelf ervan probeer te overtuigen dat twee kinderen echt wel genoeg meer dan genoeg is, maar bij een overload aan hip&trendy babystuff verliezen ze het helemaal. Can’t blame them, want zelfs een lantaarnpaal zou het daar moeilijk krijgen.

Het is vrijdagavond. Mijn kleintje ligt in een groot bed, zonder pamper. Naast hem ligt een geweldige grote broer en staat een megaschattig boekentasje.

 

Dus kunt ge mij nu eventjes excuseren want ik moet mijn hart gaan zoeken. Het is al ne keer of driehonderd ontploft de laatste dagen.