Het is al een hele tijd, dat ik je tegenkom in kleine dingen. Of misschien wel al-tijd.

Dan sta ik aan een rood licht, kijk ik even opzij en blijkt daar een stoffenwinkel te zijn die uitverkoop houdt. Dan stokt mijn adem, zucht ik diep en moet ik van de toeterende auto’s achter mij horen dat het licht weer op groen is gesprongen.

Dan ga ik naar een fenomenale uitverkoop van fenomenale kleren en sla ik een fenomenale slag. Maar heb ik ook een paar topkoopjes laten liggen omdat die jouw hand nodig hadden. Een klein beetje innemen hier of een beetje korter daar. Dan droom ik weg hoe fantastisch jij het wel niet zou gevonden hebben dat ik met die hele hoop langskwam en vertelde dat ik een 0 minder betaald had dan de echte winkelwaarde. En dat we zeker zouden beginnen over andere uitverkopen. Misschien wel in de auto zouden stappen en ernaartoe rijden.

Dan neem ik mijn zoon vast om borstvoeding te geven en trek ik een kussen dichterbij dat vroeger bij jou in de zetel lag. Dan stokt mijn adem, zucht ik diep en vertel ik hem over hoe jammer het is dat hij oma nooit zal kennen.

Dan ga ik naar de Delhaize en wandel langs de dessertjes. En dan blijken ze daar astridjes te hebben. Dan droom ik weg dat we samen in een tearoom zitten. Jij met een koffie en iets lekkers, ik zeker met een pannenkoek of een ijsje. Of misschien wel allebei, want we mogen eens zot doen. Tegelijkertijd vraag ik me af of jij die astridjes eigenlijk nog wel lekker vond. Want jarenlang kreeg je dat voorgeschoteld omdat je daar ‘zo zot van was’. Misschien dat je op de duur gewoon niet meer durfde te zeggen dat je eigenlijk wel genoeg had van astridjes. Maar je zou het met een glimlach opeten, gewoon omdat wij dat leuk vonden.

Dan zit ik in de auto en denk aan jou. Dan lig ik in mijn bed en denk aan jou. Dan ben ik aan het werk en denk aan jou. Dan ben ik aan het koken en denk aan jou. Dan ben ik. Aan jou. Dan mis ik je.

Toen was er die keer dat het Kerst was. En dat de ‘kinderen’ beslisten om naar filmpjes van vroeger te kijken. Omdat mijn zus toen zo schattig was. Omdat ik op een verschrikkelijk irritante manier nieuwjaarsbrieven voorlas. Omdat mijn broer een dikke kop had met een bril en bros.

Toen stokte mijn adem.

Want plots was jij daar ook. In een filmpje van tien of twintig jaar geleden. Ik hoorde jouw stem en zag jouw bewegingen. Ik kneep in het hand van mijn lief, omdat hij jou niet meer in zo’n toestand gekend heeft. Ik kneep in mijn hart, omdat je zo akelig dichtbij was. Zo echt.

Oma.

Waar ben je? Gaat het goed met je? Wanneer kom je terug? Alstublieft.

Oma.

Ik mis je. Voor al-tijd. En langer.