Het enige waar je zeker van bent, is dat je ooit doodgaat. Het leven hier is sowieso eindig. Misschien geloof je dat er daarna nog iets komt, of dat er daarvoor nog iets was. Misschien ben je eerder van de overtuiging dat het alleen deze kronkelende lijn is en verder niets.
Meestal weet je niet precies wanneer het gaat gebeuren. Meestal ben je zelf niet zo heel actief betrokken bij het punt achter deze kronkelende lijn. Meestal.
Vier jaar geleden koos jij vandaag om het potlood van het blad te halen. Om jezelf uit te gommen. Om het verhaal te stoppen. Jouw verhaal. Maar ook ons verhaal.
Het is moeilijk, broer.
Moeilijk om je nooit meer te zien voetballen met je neefjes. Moeilijk om je nooit meer met de nodige show de oprit van de Bergstraat te zien nemen. Moeilijk om je nooit meer ijs in een glas wijn te zien doen. Moeilijk om je nooit meer iemand treffend te zien imiteren. Moeilijk om je nooit meer te passeren op een van je duizend looptoertjes. Moeilijk om nooit meer een mail te krijgen dat een bolderkar voor boomknuffelaars is. Moeilijk om nooit meer bezoek te krijgen op een heel ongepast uur.
Moeilijk. Moeilijker. Moeilijkst.
Het was een verhaal van buiten de lijntjes. Eentje met veel kleur. Met bochten maar ook heel strakke lijn. Een potlood met een vlijmscherpe punt, maar binnenin blijkbaar afgebrokkeld.
Wij schrijven verder, want wij moeten doorgaan zonder jou. Jouw verhaal is gestopt maar stopt ook nooit, want wij voelen het gemis elke dag. We noemen je naam, we voelen je pennentrekken.
Ze zijn er voor eeuwig. Gegrift in ons verdrietig hart.
Volgende week is het dertien jaar geleden dat mijn zus overleed. Zes maanden tussen diagnose en overlijden, geen genade kent die smerige ziekte.
Ik kan je in ieder geval vertellen: ja, het gemis blijft. Ja, je blijft over hen vertellen. Ja, er blijft altijd een open plek in je familie.
Ja, ze zijn er voor eeuwig.