Het volgende verhaal is niet voor gevoelige lezers. Het is namelijk een beetje vies. Een beetje heel vies.

Het begon zondagmorgen. Of allez, zondagmiddag, want we zijn wel een beetje lui als we zonder kind zijn. Ik ga nietsvermoedend naar de wc, lekker met een roddelboekje erbij. Gezellig. Je doet de nodige dingen: ten eerste doorspoelen, ten tweede eventueel de wc borstel gebruiken. Maar tot 2 ben ik dus nooit moeten komen, want bij 1 liep het al flink mis. De pot liep helemaal vol. Dan weet ge al dat er iets mis is. Het was verstopt. Echt officieel en al. En dat is kei kei kei vies.

Lichte paniek. Want het was zondag. En ik had geen wc-ontstopper in de buurt (en er zijn geen winkels open) en ik heb ook geen tsjoep. Je weet wel, een houten steel met rode rubberen frisbee. Dus. We wachten. Toch maar even wat wc-net gebruikt om eventuele geuren te neutraliseren. En dan een oplossing gezocht om toch de behoefte te kunnen doen.

Die is er vrij snel gekomen, in de vorm van mijn fantastische buurvrouw en vriendin K. Ze woont twee straatjes verder, ongeveer 150 meter schat ik. Misschien is het zelfs niet zoveel. Enfin, ik kon daar gaan als het dringend was. (Merci K, you are the best!)

Als je natuurlijk bij een vriendin naar het toilet gaat, bestaat het gevaar dat je daar nog even blijft hangen. Uhu. Een toiletbezoek duurde zondag dus gemiddeld anderhalf uur.

Gisteren heb ik me dan aan de ontstopping gewaagd. Want ik zou dat eerst zelf wel proberen, ik ben wel stoer he. Een kwartier aan het rek in de Colruyt gestaan om de juiste ontstopper te vinden, de instructies van ons moeke gevolgd en gewacht. En daarna water erdoor gegoten, veel water. En daarna alles gekuist. En weet je wat, mijn wc ziet er weer supernormaal uit.

 Maar grote boodschap, dat durf ik gelijk nog niet.