“Maar ze is zo cute!” 


Misschien is het wel de meest gehoorde zin ten huize Brutin. Om de zoveel tijd door minstens een bewonder gescandeerd, vaak ook allemaal samen in koor. Er zal dus wel iets van aan zijn, je bent ongelooflijk schattig. Dat is een slimme truc van de natuur, om je al het slaaptekort te vergeven. Al doe jij het eigenlijk best goed zolang je dicht bij ons (*mama*) mag liggen en af en toe mag langs de bar mag passeren. De echt lastige nachten houden meestal verband met lastige ziektekiemen die jij probeert af te schudden. En dat doe je, gezien je fragiele start, met verve. 


Ik wil het niet altijd over die moeilijke start hebben, maar het geeft alles wat jij kan en doet, nog een extra laagje glans. We staan er soms met open mond naar te kijken. Je loopt al maanden rond, je klimt op alles wat je tegenkomt, je speelt en bloeit. 


Hoewel je mond zelden stilstaat, kunnen we wel nog niet veel verstaanbare woorden grijpen. Maar misschien dat jij het nut er niet van in ziet, want je maakt ons ook zonder woorden duidelijk wat je wil. Je komt je schoenen brengen als je naar buiten wil, je positioneert jezelf voor de frigo met wijzende vinger als je wil eten, je zwaait aan de livingdeur als je wil gaan slapen. 


Je bent grote fan van de buurtkatten in onze tuin en zou het liefst de hele dag op papa zijn arm naar de beestjes wijzen. Al maakt het je ook niet zoveel uit wat je doet, als je op papa zijn arm mag zitten. Soms ben ik bang dat als papa borsten zou hebben, dat hij je grote favoriet zou zijn (knipoog).


Als ik een zoentje vraag, krijg ik een natte lebberkus in mijn gezicht. Je weet waar je buik ligt en je neus. Je begrijpt ongeveer alles wat we zeggen, al ben ik niet zeker dat je mee bent met het concept ‘dutjes overdag’. Moeten we het nog eens over hebben. 


Natuurlijk is het veel leuker om een doek voor je ogen te houden en daaronder te schaterlachen omdat wij heel verontwaardigd roepen “waar Rosalie nu toch is?!”, dan te slapen. Als je dan het doek wegtrekt, moet je zo hard lachen dat we er allemaal deugd van hebben. Wij hebben allemaal zoveel deugd van jou, dat het zo spijtig is dat we jou niet kunnen delen met al die andere fantastische mensen in onze omgeving. Jij hebt geen idee wat corona is, maar we weten dat je gemist wordt. Plots ben je al anderhalf jaar op de wereld, waarvan eerst drie maanden in het ziekenhuis en bijna meteen daarna een jaar beperkt tot onze bubbel. Wat voor jou misschien wel een zegen is.


Mijn hart smelt als ik zie hoe die grote broers voor jou in de weer zijn. Felix die niet kan slapen zonder een dikke knuffel van jou, Basiel die ‘s morgens met de grootste zachtheid je jas en schoenen aantrekt, of je stiekem hapjes van zijn soep geeft. Je draait ze moeiteloos rond je vinger. Ze moeten zich vaak aanpassen aan de noden van een peuter, maar doen dat zonder morren.


“MAAR ZE IS ZO CUTE!”, heeft je hachje al een paar keer gered.

Het is waar natuurlijk, je bent om op te eten. Maar ik beloof dat ik dat niet zal doen, je kan niet al te veel missen van die kleine 10kg.