Ik heb heel vaak nachtmerries. Dat schijnt normaal te zijn in het verwerkingsproces van alles, maar is soms toch knap vervelend omdat de slaapmomenten hier al serieus beperkt zijn. Maar gelukkig zijn er soms ook glasheldere, mooie dromen.
Net voor de kanteling naar de ochtend werd ik een tijdje geleden wakker. Het was alsof ik daar nog stond in mijn droom, een documentaire in te leiden over prematuur geboren kindjes. In mijn slaap was ik het gezicht geworden van prematuurtjes en vanuit die rol was ik doorgerold naar televisie. Een beetje teruggerold ook, naar de liefde voor het presenteren. Er zat veel in die droom, maar vast ook een portie grootheidswaanzin. Dat is niet erg, een droom is de meest ideale plek voor zotte gedachten.
Maar diezelfde dag – en heel veel dagen daarvoor en daarna – kreeg ik weer dezelfde vraag. Dat er iemand opgenomen was in het ziekenhuis, met een groot risico op vroeggeboorte. Of dat een kindje veel te vroeg de veilige haven van de baarmoeder had geruild voor een verblijf op neonatologie. En daarbij vooral “Ik wil een cadeautje geven, wat is gepast?”. Soms zelfs praktischer, genre “welke maat kleertjes voorzie ik het best?”
Het feit dat er mensen aan je denken is geweldig. Het feit dat er mensen meeleven met je verdriet is fantastisch. Elk kaartje, elk berichtje, elke attentie werd en wordt hier enorm gewaardeerd.
Maar ik moet ook eerlijk bekennen dat ik veel niet meer weet. Die periode is zo een verschrikkelijk waas. Het verloop van Rosalie zit haarscherp in mijn geheugen, maar hoe de dagen zich rond het ziekenhuisbezoek spinden is soms moeilijk te achterhalen. Als je kind 82 dagen in het UZ Gent ligt, word je geleefd. Dus voor iedereen die ik vergeten te bedanken ben toen: mijn welgemeende excuses. Het kwam niet altijd allemaal binnen, mijn focus lag te veel op overleven.
Dus als mensen mij vragen wat ze kunnen doen om premature ouders te steunen, dan zeg ik altijd hetzelfde. Hoe lief elke attentie ook is, het is vooral de praktische hulp die zoveel deugd deed. Geen enkele dag in die drie maanden had ik genoeg fut om iets op tafel te toveren. Om boodschappen te doen. Om daar zelfs nog maar over na te denken. Er waren zoveel ballen om in de lucht te houden, eten hoorde daar gewoon niet bij. Het antwoord ligt soms gewoon in een kom soep.
Ik kan buurvrouw i. nooit genoeg bedanken voor wat zij het afgelopen najaar voor ons heeft gedaan. Zij heeft zich spontaan georganiseerd tot verzamelpunt voor al het eten dat op onze stoep werd gebracht in de ziekenhuistijd. Ik hoefde me niks aan te trekken van wanneer dingen gebracht werden of eender wat, ze vroeg gewoon simpelweg of er al iets was die avond of niet. Of er nog plaats was in de diepvries of niet. Dat lijkt misschien onnozel, maar dat was van onschatbare waarde. Als de grond volledig onder je voeten wegzakt, dan is de warmte van een gebracht avondmaal een zachte aai voor je verdriet. Dus als je iets wil doen voor premature ouders die een hele dag in het ziekenhuis zitten: breng eten. Daar kan geen enkel cadeautje tegenop.
Alle praktische hulp die we gekregen hebben, dat maakte echt het verschil. Hulp bij de opvang van de jongens, boodschappen, eten op de stoep, een keer een was doen, wat klusjes in huis. Daar ben ik vandaag nog altijd zo dankbaar voor. Het netwerk dat is rechtgestaan om ons te helpen, zowel van ver als van dichtbij, dat heeft ons erdoor getrokken. De tranen schieten in mijn ogen, want ik kan bijlange niet iedereen genoeg bedanken. Ook al omdat ik veel mensen niet eens persoonlijk ken, wat het bijna nog mooier maakt.
In nood leert men zijn vrienden kennen, zeggen ze wel eens. Dat is waar, nood toont het ware gelaat van mensen. Soms komt intense hulp uit onverwachte hoek, soms blijft het stil aan vanzelfsprekende kant. Ik weet dat heel veel mensen redeneren dat we “hen maar beter met rust laten” – ik dacht dat vroeger misschien ook – maar nee. Ik spreek nu zowel voor de geboorte van Rosalie als voor de dood van mijn broer: stilte is duizend keer erger dan dat je misschien een verkeerd woord zou zeggen. Al kan dat bijna niet. Soms zijn er geen woorden, en dat is ook goed. Dan kan je er nog altijd zijn. De confrontatie is maar één keer een moeilijk, daarna spring je er gezwind overheen of is er zelfs geen drempel meer. Het enige wat je nodig hebt als ‘steuner’: een portie begrip voor wie je steunt. Als je er op zo een moment voor iemand wil zijn, verwacht dan niks (terug). Heb daar begrip voor, dat komt wel (terug). Maar dan misschien even niet. Omdat dan blijven ademen soms al een loodzware opdracht is.
Cadeautjes zijn natuurlijk leuk. Sowieso. Maar kunnen ook heel gevoelig liggen. Ik kon het in het begin bijvoorbeeld echt niet verdragen dat iemand “Proficiat” zei voor Rosalie, dat maakte me pisnijdig. Want er viel helemaal niets te feliciteren aan een kind met zo een onzekere toekomst. En al zeker niet tegen een moeder waarvan de baarmoeder het gewoon had begeven. Ik kon het niet verdragen, echt niet. Ik weet dat andere ouders dat net heel erg appreciëren, dus hou je niet in.Laat al die belachelijke sociale codes varen en zeg gewoon wat je voelt. Ja, ook de premature ouders. Het is niet zo heel moeilijk om te zeggen wat je fijn vindt en wat niet. Het kan vooral veel onnodig leed besparen.
Kleertjes voor een prematuur kindje, dat is lastig. Je kan een pakketje aanvragen via vzw Kleine Held (voor een kindje op neo) en ik zou persoonlijk niet verder gaan dan dat. Het moment waarop Rosalie kleertjes mocht dragen, is verschillende keren uitgesteld. Er zijn minitiatuurkleertjes die ze nooit heeft kunnen dragen, omdat ze niet fit genoeg was. Dat doet pijn. Als het moment daar is, kan je vast nog snel genoeg voor leuke dingen zorgen.
Ik weet dat het in deze speciale Coronatijden allemaal nog een pak ingewikkelder is om er echt voor mensen te zijn. Mijn hart breekt dubbel voor iedereen die nu door dat eerste rauwe verdriet moet. Van gemis of van een trauma zoals een vroeggeboorte, of wat dan ook. Want knuffels zijn de beste zalf. En knuffels vallen niet onder social distance.
We zijn een creatief volk. Als je echt iemand wil helpen maar er staan een hoop praktische bezwaren in de weg, is er vast nog een omweg waar je niet aan gedacht had. En zelfs al geraak je niet verder dan een “We denken aan je”-berichtje, dan is dat nog geweldig.
Al die warmte die op ons afgekomen is. Al die kaarsjes. Al die regenbogen. Al die lekkere ovenschotels. Al die lieve kaartjes. Alles. Dat heeft ons moed gegeven om er elke dag opnieuw voor te gaan. Maar de praktische hulp, dat is toch wel echt een pilaar geweest. Ik word steeds gevraagd naar tips, dat is em. Praktische hulp is da bomb.
Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om echt iedereen te bedanken die voor ons iets betekend heeft in die moeilijke dagen. Van de kleinste mini attentie tot de grootste gebaren. We hebben het allemaal geapprecieerd. Er zijn mooie bedankkaartjes, maar die geraken helaas niet overal. Sorry.
Onthou dat de gewone dingen het sterkst binnenkomen. Een kom soep, een knuffel, een babysit. Als je minder je hoofd moet breken over praktische shit, komt er meer ruimte vrij voor de dingen die op dat moment echt belangrijk zijn.
Bedankt. Allemaal.
Ik ben sinds september verliefd op soep. Vloeibare liefde die je hart instant verwarmt.
Merci x 10000.
Zo mooi dat je zoveel praktische hulp gekregen hebt, van bekenden en onbekenden! Zo blij dat je toen zo’n warmte kon voelen.
Het is een van de dingen die mij soms frustreert hier, dat ik vaak te ver weg woon om dat soort praktische hulp te kunnen aanbieden wanneer het het meeste nodig is. Het kan wel, maar in beperktere mate.
Als ik het zo lees, vraag ik mij af hoe het moet met mensen die geen of een veel kleiner sociaal netwerk hebben…
@Lynn Als je steun nodig hebt en er zijn geen mensen in je netwerk die dat bieden, is dat natuurlijk enorm verdrietig. Als je dat opvalt, kan je ook vanaf een grotere afstand veel betekenen.
Uit ervaring weet ik dat het dan nog veel spannender is om je hulp aan te bieden, want je kent mensen niet goed en voelt je snel overbodig.
Maar het kan natuurlijk wel: ook iets meenemen voor de zaalgenoot van je dierbare die nooit bezoek heeft, soep brengen aan buren die je niet kent, een kaartje sturen naar iemand waarvan je van horen zeggen weet dat ze het moeilijk heeft.