Eigenlijk zou ik het altijd willen opschrijven. Maar in de praktijk geraakt nog geen 5% in mijn blogboekje. Ruwe schatting, want het kan ook minder zijn. Op zich is het al een serieuze vooruitgang dat ik überhaupt een boekje HEB waarin ik die dingen kan opschrijven, maar er gaat ook veel verloren. Ach, zolang het een doos met warme herinneringen is in de kelder/zolder van mijn brein, kan ik daar mee leven.
Gelukkig zijn er af en toe uitspraken die wel in mijn boekje geraken. Zo kom ik aan deze bloemlezing:
- “Mama, als ik op jouw buik lig, dan vind ik jou heel zacht.” – Het is duidelijk dat het concept BMI nog niet tot Felix is doorgedrongen. En maar goed ook.
- We liggen allemaal samen in het grote bed en Basiel moet serieus hoesten. Hij klinkt ook een beetje nasaal. Dus ik zeg: “Amai Basiel, jij bent wel serieus verkouden.” Waarop Felix zijn hand op Basiel zijn buik legt en zegt: “Nee hoor mama, Basiel is niet verkouden, hij heeft warm.”
- “Kijk mama! Een zomerauto!” – Tegen elke cabrio die we in de zomer van 2018 zijn tegengekomen.
- Er was ook die keer dat we aan het rode licht stonden te wachten. Het was zwoel, alle raampjes van onze niet-zomerautode waren opengedraaid. Naast ons stond een oude bestelwagen, met daarin een papa met zoon. Plots schreeuwt Felix – het was echt hèèèèèl luid – naar die gasten: “Hallo! Wie ben jij? Ik ben Felix!” – Iedereen ging plat, ook in de camionette.
- Op een van de eerste schooldagen vertelde Felix dat ze liedjes hadden gezongen in de klas. Hij zei er nog bij dat hij helemaal niet zo leuk vond. Ik was verwonderd en zei hem dat ook, want zingen is normaal toch een van zijn favoriete bezigheden (for real, die dude denkt soms dat ons huis een musicalpodium is en kan al zingend naar de confituur vragen). Jij vindt dat normaal toch heel leuk om liedjes te zingen? “Bwaaa, mama, ik zing liever met een micro.” (Zoon van zijn moeder zeg je? Kei hard.)
- Ook jammer dat Felix zijn flappers nu niet meer kan dragen. Dat is een woord dat hij zelf heeft uitgevonden voor zijn flipflops met rekker. Samentrekking tussen flipflop en slipper denken wij, maar vooral geweldig goed gevonden. En ondertussen helemaal ingeburgerd in ons gezin. Misschien zelfs een kanshebber voor het woord van het jaar?
- Er was ook die filosofische avond toen Basiel vroeg waar dromenland precies lag. Hij was al helemaal ondergestopt, dus ik nestelde me naast hem en begon een hele uitleg over slapen, fantasie, dromen en avonturen. Waarop mijn 6-jarige met zijn ogen rolde en zei “Nee mama, niet dàt dromenland maar die waar je speelgoed kan kopen. Is dat ver van hier?” – Het antwoord is 500 meter, jongen.
- “Hoeveel dagen in de auto is dat?” – Ah ja, wij hebben ook onze eigen lengtemaat uitgevonden. Basiel heeft een enorme aandacht voor landen tegenwoordig. Hij kent ondertussen ongeveer alle kentekens van auto’s en als er iemand op vakantie gaat, vraagt hij dus hoe lang dat met de auto rijden is. Zijn meter zit op dit moment in Canada, dat was gene gemakkelijke. Serieus geteld.
En had ik al gezegd dat meneer Boma naar de vrouwtjes gaat? Nee? Kijk, dan weet ge het nu. “Boma gaat graag naar de vrouwtjes en dan is Goedele boos, mama.”
Het is gebeurd. We zitten in de fase dat ze FC De Kampioenen grappig vinden.
(Gelukkig zitten we ook in de fase dat wij onze kinders grappig vinden.)
(Meestal toch)
Teensletsen (of flipflops) zijn hier flipflappers.
Fantastisch.
De echte dromenland, haha 🙂 Dat is wel even weer met de voeten op de grond komen.
Hahaha zalig, dromenland 🙂
Bij ons zijn flipflops “sletstenen”.
De dames zijn ondertussen 6,5 en 8 en we gebruiken het nog steeds. Ongegeneerd en altijd.
Linus had deze week flappertjes aan zijn Batman onesie. (Die oortjes op die kap)