1. IJDELHEID

Je leert me om van mezelf te houden. Er is geen grotere supporter van mijn kleine en grote foutjes dan jouw van verlangen brandende ogen. We maken mopjes over mijn te grote neus, maar tegelijk schuif je al mijn onzekerheden met de handveger netjes buiten. Je kijkt altijd voorbij dat extra kilootje of die puist in het midden van mijn gezicht. Kon ik de aanblik van de spiegel maar veranderen naar wat jij ziet.

 

  1. GIERIGHEID

De berg is naar Mozes gekomen. Jij hebt me leren genieten van het leven, want dat kon ik vroeger niet. De angst om alles te verliezen legde mijn joie de vivre geregeld lam. Zonder jou zou ik nooit op reis geweest zijn, was ik nooit met meer zakken thuisgekomen dan ik eigenlijk kon dragen en durfde ik niets uitgeven wat niet strikt noodzakelijk was. Maar Mozes ging ook naar de berg. Want hoewel enige hebzucht je volledig vreemd is, was enig inzicht in de financiële markt ook niet je sterkste kant. We leven nu allebei anders, ergens in het midden. Waar het zo heerlijk vertoeven is. Met minder angst, met meer verantwoordelijkheid.

  1. ONKUISHEID

Lust schrijf je met de L van liefde. Teken je met de L van Leven. Volbreng je met de L van Lijvig. Kruid je met de L van Lol. Ik kan me verliezen in jou, wij kunnen ons verliezen in elkaar. We vinden elkaar altijd weer tussen de lakens, maar ook in andere hoekjes en kantjes. Het is eten en drinken voor de entiteit, het is brandstof voor de tandem. Zolang het verlangen geblust en aangewakkerd wordt, kan ik tussen de lakens op beide oren slapen. En jij ook, onder je elektrische dekentje.

 

  1. AFGUNST

Je bent zo mooi in alle wegen, want dit ken je niet. Ik heb je in al die tijd nog nooit kunnen betrappen op een blik naar groener gras. Tussen ons is er zoveel vertrouwen en vrijheid dat het altijd bij een gezonde dosis blijft. Maar ik wil – los van jou – wel altijd meer kunnen, beter zijn, mooier worden. Ik moet de volumeknop van afgunstig verlangen naar ijle dingen wat vaker dicht draaien. Want jij bent bij mij, dus ik heb alles wat ik nodig heb.

 

  1. GULZIGHEID

Je slorpt gretig alle schoonheden van het ouderschap op. Je propt je vol met zorgen voor die twee kleine monstertjes, die je op hun beurt doen overlopen van trots. Je bent happig op vrienden, familie en Club Brugge. Je bent hongerig naar kilometers in de benen, altijd met korte broek. Je eet af en toe te veel chips, maar alleen in het weekend. Je schrokt soms meer dan genoeg werk op, maar nooit boven je hoofd. Je kan mij opvreten, zoals ik het graag heb.  Je (pro)porties zijn meestal meesterlijk gebalanceerd.

 

  1. WOEDE

Als jouw perfectie hiaten vertoont, dan is het wel in de auto. Je draagt bijna altijd een jas van zachtaardigheid, maar in het verkeer ligt die vaak in de koffer. Ik kan nu nog nauwelijks geloven dat ik jou ooit op 24 dagen heb leren autorijden. Ook buiten de auto is irritatie je niet vreemd, maar je kan dat ook aangenaam kanaliseren. Gelukkig is er humor. Ooh humor, geef die man een show.

 

  1. TRAAGHEID

Sinds onze eerste ontmoeting exact zeven jaar geleden, ben je altijd meer in gang geschoten. Nog elke maand ontdek ik nieuwe talenten. Maar je hebt ook net genoeg traagheid. Jouw balans zorgt ervoor dat ik niet van de weegschaal tuimel. Je hebt altijd mijn hand vast. Als ik te snel ga, trek je een beetje terug. Als ik blijf hangen, duw je wat vooruit. Jouw hand in mijn hand is onze locomotief.

Zeven hoofdzonden. Voor exact vandaag zeven fantastische jaren. Die eigenlijk gewoon deugden waren. En hopelijk nog zeven maal zeventig jaar zullen zijn.