Omdat vrienden mij verplichten om grappig te (blijven) zijn en doen. Omdat het me zelfs in de grootste miserie toch nog met een glimlach achterlaat. Eentje uit de oude doos, maar nog steeds een topper.
Op een dag besloten collega K. en ik om een hapje te gaan eten. Wij hebben daarvoor een vaste stek, ergens aan de Schelde. K. en ik kiezen een plekje uit bij het raam en bekijken rustig de kaart.
Ik bestel een forelletje, met wat gratin aardappelen. Geef toe, dat kan niet misgaan. Ik eet enorm graag vis en gratinaardappelen zijn heerlijk. Ze zijn de reden waarom ik een oven heb. K. bestelde volgens mij wat stoverij, maar dat is van geen belang voor het verhaal.
We keuvelen een beetje in afwachting van ons eten. Even later brengen ze onze bestelling. Ik krijg een bord met een stevige forel op. Ik heb er al zin in. Maar op het moment dat ik het beest wil aanvallen, komt een ober zich excuseren.
“Sorry mevrouw. De kok zit er verschrikkelijk mee verveeld dat u zo’n kleine vis hebt gekregen. Wij willen u dan ook graag een tweede forel aanbieden. U geeft maar een seintje wanneer die er mag aankomen.”
Ik moet even duidelijk zijn. De vis op mijn langwerpige bord heeft niet genoeg plaats op datzelfde bord. Omdat hij nogal groot en stevig is. Maar de kok is gegeneerd, omdat ik ‘een kleintje’ heb. We denken er het onze van, maar beginnen toch maar te eten. Op het moment dat ik bijna een knop van mijn broek moet openzetten, komt er een meisje onze richting uit.
“Euh, is dat hier dat ik een tweede forel moet brengen?”. Daarbij kijkt het meisje me aan alsof ik een of andere verwaande ster ben die net een kleedkamer met 200 witte lelies heeft gevraagd. En een extra forel.
Ik schaam me uiteraard dood. Want niet alleen heb ik hoegenaamd geen tweede vis gevraagd, ik heb ook geen idee waar ik dat ding nog moet gaan steken in mijn gevulde maag. Maar durf er ook niet niet van te eten. Want daar zou de kok vast verveeld mee zitten. Het meisje laat de forel achter. Ik kijk het beest diep in de ogen en doe er een paar happen van. Collega K. is ondertussen de interesse voor zijn eigen stoverij verloren, het forel-verhaal wordt elke seconde interessanter.
Uiteindelijk komen ze afruimen. En is het allemaal voorbij. Mijn extra forel. Dat denken we toch. Want even later komt de serveerster – dezelfde die mij daarnet nog bekeek als een verwaande trut – aan onze tafel staan. Ze is helemaal veranderd van attitude. Ze praat tegen mij alsof ze me een voedselvergiftiging bezorgd heeft. En daar nu voor moet boeten. Ze begint nederig te spreken.
“Wij zitten zo verveeld met de kleine forel, dat we u graag iets willen aanbieden van het huis.”
Ik begin te denken dat ik in een candid-camera-programma verzeild ben geraakt. Ik heb namelijk niet alleen een eerste stevig uit de kluiten gewassen forel op mijn bord gehad, maar daarna nog een evenwaardig tweede exemplaar. En nu ook nog een drankje van het huis? Waar zit je Ralph Inbar, waar?
Uiteindelijk brengen ze een spa bruis (die ik nog heb proberen af te slaan, maar daar was geen ontkomen aan – de kok had anders niet kunnen slapen, zo gegeneerd dat die man was. Ik begin mij af te vragen hoe die man zijn perceptie van ‘een kleintje’ is. En ik bedenk een halve seconde dat iemand die beschaamd is om zo’n gigantische forel meer dan waarschijnlijk ergens anders met een size-problem zit. En misschien iets moet compenseren. Maar ik dwaal af)
Ik vat even samen: een grote forel, zonder het te vragen een tweede forel en daarna nog een gratis drankje van het huis. Het is niet de normale gang van zaken als je een forel met gratinpatatjes gaat eten, daar kunnen we het over eens zijn. Collega K. en ik zijn serieus onder de indruk van het hele verhaal. We zitten nog wat na te lachen. We hebben dan toch geen verborgen camera gevonden. We hebben een fijne en zelfs ietwat onverwacht zotte avond gehad.
Net op het moment dat we de rekening willen vragen, net op het moment dat we het allemaal gehad hebben met ons spectaculair forelverhaal. Net op dat moment.
Gaan de lichten uit. De spots aan. Loopt Garry Hagger het restaurant in. En begint te zingen.
I kid you not.
‘Ik kijk het beest diep in de ogen…’ Lol! 😀
En wat deed die daar?
Grappig! Ik eet nooit beesten op die me vanop mijn bord liggen aankijken, zei mijn oma. Een wijsheid die ik heb meegenomen.
Ik *hou* van het forelverhaal!
Grappig! Je schrijft heel vlot!
Shirineblog.wordpress.com