Ik moet jullie iets vertellen. En elk woord dat ik hier nu neerschrijf, gaat gepaard met tienduizend dikke tranen.

Het lief, de zoon en ik. Wij zijn geen gezin meer. Het lief wil niet meer.

U begrijpt het misschien niet, maar om eerlijk te zijn begrijp ik er zelf ook helemaal niks van. Mijn verstand begrijpt het een beetje, maar mijn hart is compleet het noorden kwijt.

Het was hier niet makkelijk. De man waar ik van hou sleurt kilo’s bagage mee uit het verleden. Bagage die ook op mij heel zwaar is beginnen te wegen. Zwaar, maar je houdt van elkaar, dus je gaat er van uit dat we dat wel te boven komen. Daar ging ik toch van uit.

Zoals u hier af en toe wel kon lezen, was er ook het Antwerpen-Gent probleem. Ik kan mijn stad niet lossen en krijg in Ekeren een beklemmend gevoel. Maar ik heb heel erg mijn best gedaan. Ik heb altijd gedacht, dat het wel zou lukken, als we aan kindjes zouden beginnen. Dat het dan minder belangrijk zou worden. Maar zoals het er nu naar uitziet, zullen die kindjes er nooit komen.

Tenslotte was er ons moordende werkschema. De momenten samen waren veel te schaars. Ik zag de zoon duizend keer meer dan de papa. Maar ik droomde van beterschap. En er was liefde, in overvloed.

En nu is er alleen maar pijn. Het doet zo verschrikkelijk veel pijn. Ik zie hem namelijk doodgraag en ik wil dit helemaal niet. Ik mis dat hij zijn hand op mijn been legt in de auto, ik mis het om in zijn armen te verdwijnen, ik mis onze nachtelijke telefoontjes als hij in zijn taxi zit, zijn geur, onze gestolen kusjes, zijn keileuke grapjes, zelfs zijn rondslingerende kleren. ik mis alles. Ik mis hem. Pijn. Alsof er iemand met een priem in je hart zit te wroeten.

En dan hebben we het nog helemaal niet over M. Ik heb bijna anderhalf jaar met zoveel liefde voor hem gezorgd. Ik hou van hem, alsof hij mijn eigen vlees en bloed is. Ik mis hem. Ik hoop dat hij begrijpt dat ik hem niet in de steek laat. Ik hoop dat hij weet dat ik mijn leven zou geven voor hem. Het voelt alsof ik een kind moet afgeven en ik weet bij god niet hoe ik daarmee moet omgaan. Voorlopig geraak ik niet veel verder dan tranen. Lieve, lieve M., jij bent een wonder in mijn leven en ik hou intens van je.

Ik begrijp niet dat mensen die elkaar heel graag zien, elkaar toch moeten loslaten. Omdat de klote wereld ons pest. Of probeer ik nu een schuldige te zoeken? Ik begrijp het gewoon niet en ik hou zoveel van hem en M., dat ik nu gewoon liever zou verdwijnen en niet meer bestaan. Er is zoveel liefde. En liefde maakt pijn. Ondraaglijke pijn.

Weet je, ik had echt gedacht dat we het gingen halen. We hebben het zo goed als we samen zijn. Er zijn veel spanningen geweest, ja. Maar waar gebeurt dat niet? De basis is diepe liefde. Nog geen drie weken geleden heb ik van hem een groot signaal gekregen dat we er volledig voor gingen. Dat we samen onze dromen zouden waarmaken. En nu lijkt het alsof ik in een slechte film zit.

Ik hoop nog altijd dat dit een nachtmerrie is en dat ik straks ga wakker worden. En gewoon tegen hem kan kruipen. Hem zachtjes wakker kan maken en kan vertellen wat een vreselijke droom ik heb gehad. En dat hij dan eventjes door mijn haar gaat en zegt “maar schatteke, kom eens hier, wij gaan toch samen oud worden.” En dat er even later een fantastische 6-jarige binnentrippelt, die nog even tussen ons kruipt.

Maar ik ben heel bang dat dit de echte realiteit is. Doodsbang. Mijn hoofd en hart denken nog altijd in gezinstermen. Als een koppel. Mijn hart begrijpt niet dat er nu geen broertje of zusje voor M. komt, dat de kerstdagen straks geen familiemoment gaan zijn, dat het lief niet meer verder wil. Niet.

Ik kan de letters bijna niet meer zien. De vele tranen vertroebelen mijn zicht. Vertroebelen mijn leven. Ik kan dit niet aanvaarden.

Ik probeer. En net omdat ik de man van mijn leven zo doodgraag zie, hoop ik dat dit voor hem de juiste beslissing is. En dat hij rust vindt, waar hij die nodig heeft. En ik mag dit niet hopen, maar misschien kunnen wij elkaar dan ook weer terugvinden. Liefste schat, ik hou ongelooflijk veel van jou.

Maar voor nu. Wil ik gewoon verdwijnen en nooit meer terugkomen.