Guitig. Kapoenerig. Serieus. Koppig. Grappig. Schattig. Megaschattig. Nog schattiger dan megaschattig. Vastberaden. Slim (denk ‘Ik verstop mijn korsten in mijn wangen, dan krijg ik een nieuwe boterham. Zodra die nieuwe er ligt, spuw ik mijn korsten uit’). Lief. Na-aper van alles wat je grote broer doet. Babbelaar (zoals vis, aapwel, poe, paa(r)dje, koe, nog, wate(r), mama, papa, koek, bal, bad, …). Begrijpend (‘Felix, gooi dat eens in de vuilbak’). Lichaamsdeelaanduider (voetjes, oortjes, handjes). Danser. Knuffelaar. Moedermelksmoeltje. Groot. Dapper. Klimmer. Luid. Niet-doorslapend. Wervelwind. Boos. Hongerig. Grappig. Guitig. Kapoenerig.
Schattig. Megaschattig. Nog schattiger dan megaschattig. En doe daar nog een beetje schattigheid bij.
Al twintig heerlijke maanden.
Dikke kus,
je mama.
Is die kleine Felix al 20 maanden???
Dan wil ik hem wel graag zien voor alle schattigheid er af is en er enkel nog kapoenenstreken overblijven 🙂