Als ik aan mijn oma denk, komen er allerlei fantastische herinneringen naar boven. Zij kon toveren met haar naaimachine, zij kon de beste (en vooral dunste) pannenkoeken van de wereld bakken, wij konden uren met elkaar babbelen. Er zitten duizenden fotoherinneringen in mijn hoofd, maar één beeld is toch niet weg te denken: het beeld van mijn oma die de oprit staat te keren.

Het werkwoord keren (spreek uit: kèren) is niet overal bekend denk ik. Maar in mijn heimat staat het gelijk aan vegen, borstelen, bezemen. Er wordt daar ook gesproken van de keerborstel, iets wat ik in het begin toch aan mijn lief heb moeten uitleggen. Als ik vroeg om even de keerborstel te brengen, kon hij evengoed met een kam afkomen.

IMG_6638

Uren en uren en uren en uren heb ik mijn oma de oprit zien keren. De blaadjes bij mekaar vegen, het aangewaaide zand verwijderen, takjes opruimen. Ik heb daar als kind nooit bij stilgestaan, dat was gewoon zo. Het geluid van de keerborstel op de klinkers voelde even vertrouwd als het gesnurk van mijn opa in de zetel. Maar nu denk ik, oma toch, wat voor nutteloos werk was dat wel niet?

De tijden waren anders waarschijnlijk, want ik kan me echt niet voorstellen dat ik mijn oprit (gesteld dat we dat zouden hebben) elke dag een halfuur zou staan schoonvegen. Een halfuur later is dat werkje alweer om zeep namelijk. En ik stoor mij ook niet aan herfstblaadjes of aanwaaiend zand. Dat is de natuur, dat hoort er gewoon bij.

De tijden waren anders denk ik, misschien zou mijn oma zich wel een beetje omdraaien in haar graf moest ze weten hoe ik mijn huishouden aanpak. Ik probeer namelijk vooral zo weinig mogelijk te doen.  Het is een kwestie van overleven met twee werkende ouders. Ik ben al lang blij als iedereen propere kleren aanheeft en ik op het einde van de dag min of meer een overzicht heb als ik het licht uitdoe. Alle rommel wegdoen, dat heb ik een beetje opgegeven. Want dat is het enige halfuur dat ik ook lekker dicht tegen mijn lief kan liggen en dat vind ik leuker. Bovendien wordt er bij het opstaan meteen opnieuw (speelgoed)rommel gemaakt, nutteloos dus.

Zelfs mijn moeder (dochter van mijn oma) schaamt zich dood om mijn strijkpolitiek. Als ze bij ons, is de strijk meestal (fantastisch) gedaan. Dat is geweldig, want ik weet soms echt niet wanneer ik dat moet inpassen. Als ik alleen thuis ben met de kindjes vind ik dat soms wat gevaarlijk (Felix is nogal in de draadjes periode, ik mag er niet aan denken dat hij aan het strijkijzer trekt terwijl ik me even omdraai om iets versgestreken in de wasmand te leggen) en ’s avonds heb ik maar zelden de energie om daar nog aan te beginnen als al de rest gedaan is. Mijn moeder strijkt zelfs onderbroeken en handdoeken. Ik vind plooien en op zijn plaats leggen daar ook al heel mooi. De strijkpolicy is hier vooral: zo weinig mogelijk.

Keren doe ik heel zelden. Of nooit. In de zomer heb ik ons terras wel een paar keer gepoetst, maar het hoeft ook niet superproper te zijn. Vuile blote speelvoeten kunnen perfect gewassen worden.

Mijn oma wel. Mijn oma stond uren te keren. Ik denk dat ze het niet kon verdragen dat er iets verkeerd lag op de (overigens gigantische) oprit. Een oprit is iets wat de buitenwereld ziet, dus een propere oprit is geen kruisje op het huisje?

Bullshit. Maar ik denk nu, misschien werkte dat keren voor mijn oma wel therapeutisch?

En je krijgt er wel stevige armen van.