Thuis.
Na acht dagen Spanje (waarvan drie dagen min of meer goed weer, één schitterende dag en dus vier mindere dagen – bizar voor Spanje maar ik schijn slecht weer aan te trekken) ben ik gisteravond geland. Ha, een vliegtuigreis, dat is nog eens een belevenis.
Ik had nog nooit alleen gevlogen, dus ik voelde me redelijk yuppie. Het was bovendien een uitsluitend mannelijke vlucht – yes, geen opgedirkte poppemiekes in dat vreselijke blauw met gele ryanairkostuum, maar gewoon alleen maar stewards! Die moeten trouwens niet zo’n verschrikkelijk blauw met geel kostuum dragen, maar gewoon een donkerblauw kostuum. Discriminatie potverdorie! Het was trouwens opvallend dat in het heengaan die vrouwelijke poppemiekes – die gigantisch hoge hakken moeten dragen in een wankelend vliegtuig (respect!) – duizend keer met hun food/parfum/drink-karretje zijn gepasseerd, terwijl de mannen het liever rustig aan deden en maar één keer zijn gepasseerd. Ryanair vindt dat waarschijnlijk niet plezant, maar ik vond het bijzonder rustgevend. Toen mijn handbagage trouwens niet meer in het daarvoor bestemde vakje paste, zei de steward (die een beetje leek op president Poetin, maar kleiner en met donker haar) “just put it under your seat”. Dus ik moet wel die belachelijke seatbelt fastenen om te landen en op te stijgen, maar ondertussen mag er wel 10 kilo handbagage onder mijn voeten liggen? Uhu.
We hebben ongeveer anderhalf uur over lichte wolkjes gevlogen, waardoor het landschap daaronder goed zichtbaar was. En toen kwamen we plots in een dichte mist terecht waarbij je geen meter meer zag. De piloot zei “We are now in Belgium”. Ge kon er niet naast kijken, we vlogen gewoon letterlijk door de regen.
Op dat moment was ik niet meer te houden van het verlangen. Ik kon niet snel genoeg van dat vliegtuig zijn, mijn bagage van de band plukken en in de armen van het lief vallen. Ondertussen was er een sms binnengekomen dat hij in een gigantische file zat op de Brusselse ring, dus ik zag het hele filmscenario van – ik kom in slowmotion aangelopen, ik val in zijn armen, pink gracieus een traantje weg en hij vraagt me ten huwelijk – al in het water vallen (man, die woordspelingen, in het ‘water’ vallen, bij deze striemende regen).
De waarheid is net iets minder romantisch. Hij was er wel net op tijd, maar ik ben hem volledig voorbij gelopen. Ik had hem niet herkend, ik was een beetje vergeten dat zijn haar volledig is afgeschoren. Tot hij zei “Seg, gaat ge mij voorbij lopen of wat?”.
Allez, het is dan wel goed gekomen, de rest was wel romantisch. Hoe ik met mijn superlichte zomerkleedje door de gutsende regen liep bij 15 graden met mijn valies bijvoorbeeld. Hoe we daarna nog eens in de file stonden. Maar vooral, hoe goed het wel niet voelde om hem weer dicht bij mij te hebben.