Het moederschap zit vol verrassingen en uitdagingen, maar ik ga meestal op mijn buikgevoel af. Er zijn mensen die platte kindjes lastig vinden, ik ben er nog steeds van overtuigd dat ik lagere school-kinderen het moeilijkst ga vinden. Pubers, daar heb ik het zelfs niet over. Als ik zou kunnen, werd die periode uit mijn eigen leven vierkant geschrapt. Maar alles wat van dag één tot nu gepasseerd is, vond ik over het algemeen geweldig gezellig en leuk. Ik hou enorm van babietjes en alles wat daarbij hoort, maar een peuter tot bijna kleuter is ook zo verschrikkelijk de max. De laatste tijd ben ik nog verliefder op mijn zoon van bijna twee jaar en een half, vooral sinds hij zo goed begint te praten. Het enige wat ik lastig vind, is de combinatie met een full-time job. But otherwise, geen verrassingen, niets wat ik op voorhand niet verwacht had.

Tot nu. De potjestraining.

We krijgen regelmatig de vraag of hij nog niet droog is. Wat dus totaal nog niet het geval is. Het potje staat al eeuwen in de badkamer en we vragen regelmatig of hij er op wil gaan zitten, maar verder gebeurt er niks. Als ik me op de wc zet zegt hij “mama pipi doen e”, maar zelf heeft hij die klik duidelijk nog niet gemaakt. En natuurlijk zijn er kindjes op de crèche die jonger zijn en zelfs al zonder pamper slapen. Ik probeer dat niet stresserend te vinden (het is geen wedstrijd) en ik weet dat je moet wachten tot zijn lichaam er klaar voor is, maar ik zou het toch leuk vinden voor de kleuterjuffen als hij binnenkort zonder pamper naar school zou kunnen gaan.

Eerlijk, ik weet niet zo goed hoe we deze uitdaging moeten aanpakken. Ik probeer vooral geen druk te leggen en zoveel mogelijk signalen op te pikken, maar zie ook daar weinig vooruitgang. Ja, hij houdt zijn pipi duidelijk op om het dan in één keer te lossen en hij komt het vertellen als hij een grote boodschap heeft gelegd. But that’s it. Als ik hem met de regelmaat van de klok vraag om op het potje te gaan zitten, doet hij dat braaf, maar blijft het potje droog. De pamper niet. Hij vraagt ook regelmatig zelf om een pamper, of correcter, om een pamperrrrr (denk vettige Gentse r).

Vorige week was het rustig op de crèche en stelden ze voor om hem zoveel mogelijk zonder pamper te laten rondlopen. Met als resultaat: de eerste dagen een paar lucky shots op het potje en veel ongelukjes. Thuis alleen maar ongelukjes, helemaal niks in het potje gemikt. Gisteren geen enkel ongelukje op de crèche, maar ook niets in het potje. Hij wacht precies tot hij een pamper krijgt. Uiteindelijk ’s avonds thuis wel een ongelukje, in de zetel. Ik vind het behoorlijk stresserend om met stoffen zetels en een heerlijk tapijt, de hele tijd in het oog te houden of hij niet aan het plassen is. Leggen we daar voor de volgende twee maanden tapijt over of hoe doen jullie dat?

het potje op de crèche

Het potje op de crèche.

Op het moment dat de pipi eruit loopt, roept hij ‘potje’. Maar dan is het uiteraard al te laat. Ik kan bijna niet volgen met wassen en drogen (zeker niet nu de droogkast raar doet). Hoe lang mag deze fase duren? Of betekent dat gewoon dat hij er nog niet klaar voor is? En wanneer zie je dan wel dat hij er klaar voor is? Ik heb het gevoel dat hij de pipi centraliseert, maar nog niet de klik legt wanneer de aandrang er ook echt is om het te lossen. Ik heb trouwens het gevoel dat hij dat bij de grote boodschap veel beter kan, ook al zegt iedereen dat het andersom is. Bij crèchedagen zonder pamper, wacht hij met the big one gewoon tot hij wel een pamper krijgt. Dan gebeurt het bijna instant en hij weet het ook. Pipi, dat vind hij grappig bij anderen, maar niks voor hem.

Afleiden met Spongebob, wij proberen ook maar wat.

Afleiden met Spongebob, wij proberen ook maar wat.

Ik weet het eventjes niet meer zo goed. Maar ik heb hier zeker een boel ouders met een boel ervaring met potty training die dit lezen. Wat is jullie truc? Ben ik goed bezig of moet het intensiever? What is the secret of the potty training?

De pipi-opkuisende moeder zal u behoorlijk dankbaar zijn voor uw tips in de comments. Mijn tapijt en zetel ook, maar die kunnen dat minder goed uitdrukken.