Ik ben in het algemeen tegen kermissen. Vergeef mij, maar ik vind het redelijk marginaal.

Nochtans heb ik  vroeger moord en brand geschreeuwd omdat ik niet alleen naar Waver kermis mocht gaan (twee keer per jaar, met Pinksteren en in september  – beide keren was ik niet toegelaten). Mijn ouders vonden de kermis namelijk een beetje fout. Het enige wat we mochten doen, was op de ‘kaskes’ gaan spelen bij Annie. Omdat Annie nu eenmaal vlees bij ons kwam kopen. En we dan eens iets konden terugdoen voor Annie.

Trauma’s zijn het, dat mijn vrienden 1000 frank kregen om naar Waver kermis te gaan en dat ik moest thuisblijven. Ok, we gingen wel, maar onder toezicht van uw ouders. Dat is gewoon een pak minder cool. Toch?  De grootouders stopten trouwens ook vlotjes een paar honderd frank in onze pollen ‘voor de foor’. Maar die gingen dan netjes in de spaarpot, want dat heet dan educatief verantwoordelijk zijn.

Ik ben boos geweest, maar ik ben nu superblij dat mijn ouders me dat verboden hebben. Ze hebben me vast behoed voor tienerzwangerschappen, drugs, Buffalo’s, gevlochten haar met lelijke fluo-kleurtjes, van die zwarte geweven halsbandjes, lelijke plouchen beesten  en Johnny en Marina’s. Dus bedankt hiervoor, oprecht.

Een geweldig lange inleiding om te zeggen dat wij gisteren naar de kermis op de Vrijdagmarkt zijn geweest. Nee, ik ben niet vergeten hoe leuk ik het zelf vond als kind, dus ik vind dat Mano er ook wel van mag genieten. Bovendien was hij net terug van twee weken Frankrijk met de mama, zijn het Gentse Feesten en had de papa sowieso al een kermisje beloofd. Wij dus naar daar. Als het van de papa had afgehangen, dan waren we overal ingegaan of opgegaan. Maar dat vind ik educatief gezien niet zo’n goed signaal. Afspraak dus: we wandelen rond en we kiezen twee dingen. Ik vind dat een goeie deal. De keuze van Mano: een wilde octopus en het spookhuis.

Bij de octopus heb ik  niet eens gekeken, want zelfs daar word ik al misselijk van. Bij het spookhuis heb ik ook braaf op de zakken gepast. Kermis, niks voor mij.

Maar nu komt het, toen we bij het spookhuis stonden vroeg het lief ineens een stylo. Ik dacht nog tiens, waarom zou dat zijn?  Maar ik probeerde met mijn gedachten ver weg van de kermis te zijn. Ik had dus nooit kunnen bedenken dat lief en kind in ruil voor een handtekening gratis in dat spookhuis mochten.

Marginaal, ik zei het toch.