Wat ik niet ga doen, is zagen over het weer. Integendeel, ik ben compleet verzot op deze temperaturen. Het is zweten en plakken, maar de zon schijnt. Het is smelten, maar ik krijg er een kleurtje van. En laat ons eerlijk zijn, mijn gebruinde versie ziet er veel beter uit dan Sofie de melkfles.
Ik hou niet zo van de winter, op die romantische avonden op het schapenvelletje aan het haardvuur na dan. Ieder seizoen heeft zijn mooie kanten, ik weet het. Maar ik ben een zomermens. Dat vertaalt zich in kleine dingen. Mijn zomergarderobe is bijvoorbeeld vijf keer zo groot als mijn winterkleerkast. Ik krijg maar niet genoeg van jurkjes, rokjes, topjes en felle kleurtjes. Ik ben er nog altijd niet in geslaagd om een dikke pull te kopen. Ik voel me namelijk niet graag een Michelinmanneke. Dan heb ik nog liever kou (ok, I admit, ik ben wel een beetje koppig). Ik heb een afkeer voor kousen en ben blij dat ik die in de zomer niet hoef te dragen. Ik kan op mijn blote voeten te lopen, het meest heerlijke gevoel dat er bestaat. Zomer, mmm. (droomt weg en denkt daarbij mogelijk aan een ijsje met drie bollen, mogelijk)
Over kou gesproken. Ik ben tegen airco. Ik kan geloven dat het voor sommige mensen een geweldige uitvinding is. En ja, ik zou waarschijnlijk hitte haten als ik er elke dag in zou moeten werken. Maar nu zit ik in de kou. En dat vind ik zo mogelijk nog erger.
Nostalgie is bijzonder goed voorzien van een aircosysteem, laten we zeggen, iets tè goed voorzien van koude lucht. Waardoor ik verplicht ben om een truitje mee te doen naar het werk (als ik niet wil dat de konijnen de hele dag tegen den draad zitten) en zelfs vaak met een sjaal aan mijn bureau zit. Inderdaad, een trui en een sjaal. Bovenop mijn flashy zomerjurkje en sletsen. En dat terwijl er buiten een hittegolf aan mij voorbijgaat. Als ik ’s avonds buiten stap (na een dag hard mijn droomjob doen), valt de warmte ook echt op mij. En dan ben ik altijd een ietsiemieniepietsie droevig dat het gemist heb. Omdat ik niet de hele dag in mijn bikini op de Blaarmeersen heb gelegen. Al besef ik dat ook dat na een tijdje zou vervelen – het gaat er om dat ik gewoon nogal graag buiten ben als het mooi weer is.
Ik haat airco. Het vervelende geblaas van onaangenaam frisse lucht, ik haat het. Om nog maar te zwijgen van het feit dat airco een broeihaard is van vallingen en snotaanvallen. Ik ben er tegen.
En daarom rebelleer ik. In de auto weiger ik het bijvoorbeeld op te zetten. Ik zet gewoon alle ramen open om de hete wind in mijn haren te voelen. Lekker ouderwets . En ja, dat betekent meestal dat ik de radio niet echt meer kan horen als ik op de autostrade rijdt (amper 80% van de rit meestal). En ook al betekent dat zelfs soms dat ik het te warm heb. Maar dat neem je erbij. Ik voel tenminste echt de zomer.
Want ik ben tegen airco. En als er mensen zijn die bij die graag bij de AAC (anti-airco-club) willen komen, altijd welkom. Lidmaatschap is volledig gratis.