De dag was nochtans goed begonnen. Ik was gezwind op mijn fiets gestapt, om eindelijk nog een keertje wat BBB te gaan doen. Met al dat ge-Start To Run is dat wat naar de achtergrond verschoven. En ook wel omdat we andere verplichtingen hadden, maar bon. U heeft nu natuurlijk gelezen ‘Start to Run’. Inderdaad, ik volhard. Gisteren les 11 afgewerkt en het was voor de eerste keer een totaal drama. Enorme pijn aan het rechterscheenbeen en het gevoel dat ik al een marathon had gelopen. (Alle andere lessen gingen vanzelf, dus ik geef zeker niet op.)

Maar dat is naast de kwestie. Ik fietste richting sportzaal en passeerde daarbij geheel toevallig de plek waar ik de avond voorheen mijn auto had geparkeerd. En ik dacht: “Tiens, die staat hier nu precies niet meer.”

Echt waar, ik was_eerst_ totaal niet in paniek. En voor u denkt dat ik 180° veranderd ben, dat kwam uiteraard een paar minuten later. Maar ik reed dus terug naar huis om aan mijn lief te vragen of ik toch wel zeker daar mijn auto had gezet. Ja dus. Dan was er maar 1 optie: naar de flikken bellen om te checken dat ie gestolen was of weggetakeld.

“Goeiemorgen mevrouw, mijn auto is verdwenen”

“Oeie. Is uw auto verdwenen? Zullen we samen gaan zoeken mevrouw?”

Ik kan u helaas geen imitatie geven van hoe verschrikkelijk arrogant die mevrouw aan de andere kant van de lijn klonk (al kunnen we het daar op aanvraag wel over hebben), maar het was echt degoutant. Al snel bleek dat hij weggetakeld was, omdat ik voor een poort stond. Ah. Een poort.

Ik stond voor een rolluik mevrouw, waarvan ik niet kon weten dat het een garagepoort is, een winkel of gewoon een groot raam. En vooral, er plakt geen sticker op dat je niet mag parkeren. Ik dacht dus dat ik daar wel kon staan. Want anders zouden die mensen op dat onduidelijke rolluik wel een sticker hangen. Niet nodig, zo blijkt. Maar dat had u al door.

Ondertussen rolden de tranen al over mijn wangen (Ok, lichte vrouwelijke hysterie, ik geef dat toe), rolde mijn lief uitvoerig met zijn ogen (hij had de nacht voordien op exact dezelfde plek geparkeerd en er is NIKS gebeurd) en snapte Basiel totaal niet wat er gebeurde. De verschrikkelijke onbeleefde dame van de organisatie ‘de politie, uw vriend’ had me nog net toegeschreeuwd waar ik het voertuig kon gaan ophalen. Waarom ze niet eerst geprobeerd hebben om mij te bellen zodat ik het ding kon verplaatsen (ik sliep namelijk 100m verder), vond ze geen interessante vraag. Of toch niet eentje die ze wilde beantwoorden.

Wij dus naar de Groenstraat in Oostakker. Ik was ondertussen nog steeds uitvoerig aan het huilen (omdat het zoveel geld ging kosten natuurlijk), mijn lief vond dat ik overdreef en Basiel dacht er het zijne van. Die was eigenlijk gewoon al na 1 km in slaap gevallen. Slimme kerel.

Toen ik met mijn autosleutel de auto open kreeg, mochten we het ding gewoon  mee naar huis nemen. Niks tekenen of zo, dat gaat daar met groot vertrouwen bij de takeldienst. Tenminste als je binnen de vier minuten kan wegrijden, daarna zou de automatische poort onherroepelijk dicht gaan.

Nu is het wachten op het verdict. Ik ben ’s nachts weggetakeld (wie moet er nu ’s nachts per se uit een rolluik dat een garage blijkt te zijn?) én in het weekend. Het gaat pijn doen, serieus veel pijn. En als ik die mens op het buurtfeest dit weekend tegenkom, ga ik toch eens vriendelijk vragen om een sticker op zijn rolluik te kleven. Kwestie van andere mensen dit leed te besparen.

Op welke toon het zal zijn, daar kunnen we het op aanvraag dan ook eens over hebben.