Oh ja. Ik ben graag mee met de mensen, dus ik kan niet anders dan hier een potje zagen over dat verschrikkelijke weer. Ik bedoel, nog maar een dikke week geleden heb ik volgende foto getrokken.
En we weten allemaal, wat er ondertussen gebeurd is. Sneeuw miljaardedju, sneeuw.
Ik was me van geen kwaad bewust eigenlijk. Ik stapte afgelopen dinsdag gewoon zoals iedere andere dag om 6u20 uit mijn huis. Ik zakte wel meteen een halve meter weg in de sneeuw (ik overdrijf, maar toch, mijn broek was nat tot halverwege mijn knieën) en gleed naar mijn auto. Daar aangekomen bleek er een dik pak sneeuw op de voorruit te liggen. Merde.
Ge kent dat wel. Ge hebt dan geen handschoenen aan, dus ge begint dat gewoon met uw blote handen weg te vegen. Wat uiteraard een ongelooflijk slecht idee is, want na drie minuten doen uw handen zoveel pijn dat ge even in een hoekje wilt gaan wenen. Ondertussen stond de auto ook volle bak te draaien en wisselde ik opwarmen en afvegen af. Mijn antivriesmiddeltje werkte niet echt (ondanks de vreselijke stank), en ik bedacht me dat ik misschien toch eens zou moeten investeren in een krabbertje. Dat komt wel van pas, zo half maart. Ik besefte ook wel dat het echt enorm veel gesneeuwd had en dat ik het eigenlijk niet zo zag zitten om nog maar mijn straat uit te rijden. En ik zit daar nochtans niet mee in, om in zo’n weer te rijden. Op de autostrade ging het namelijk wel meevallen, toch.
Om een lang verhaal kort te maken. Dat was niet zo. Mijn vroege collega B. (die wel op het werk was geraakt, om 5u30) waarschuwde mij gelukkig op tijd dat er geen beginnen aan was om van Gent naar Antwerpen te rijden. De ochtendpresentator die van dezelfde contreien komt, was op dat moment al meer dan twee uur onderweg. Ik dacht er nog even aan om de trein te nemen, maar ook dat bleek bij nader inzien een heel slecht idee. En ook al is dat niet de gewoonte bij ons, ik besliste daar en dan om thuis te blijven en thuis te werken. Wat door mijn baas – toen die wakker was en het sneeuwtapijt zelf kon aanschouwen – gelukkig gesteund werd.
Wij doen normaal gezien niet aan thuiswerken, maar ik vond dat eigenlijk geweldig plezant. Een hele dag ongestoord kunnen werken met mijn rug tegen de chauffage, ik zou daar wel gewoon aan kunnen worden. Geen twee uur tijd verliezen met pendelen, maar die tijd integendeel heel erg nuttig besteden. Ik heb lekker veel werk verzet en ik had geen spatje stress.
Dat is, tot de elektriciteit het begaf. Zaterdag was de microgolfoven al ontploft en nu sprongen plots de zekeringen, gewoon omdat ik beetje water wilde koken. Grote paniek. Want zaterdag hadden ze wat leidingen verlegd en we zitten met een lek in de buitenberging – ik was er al van overtuigd dat binnen de kortste keren mijn huis in de fik ging staan. Want ja, ik ben een dramaqueen. En omdat ik door het gebrek aan stroom ook geen verwarming had, kwam er toch een licht trauma naar boven. U weet dat nog wel, die winter dat onze leidingen bevroren waren en al. Ja, ik ook.
Na wat heen en weer gebel met mijn aannemer, heeft die meteen een vriendelijke elektricien gestuurd. De oorzaak: niet meer of minder dan een corrupte waterkoker. Ik voelde me een beetje lullig dat ik zo’n drama had gemaakt voor iets wat blijkbaar niet aan de elektriciteit lag. Maar. Ik was ook gewoon blij dat het opgelost was. En dat eigenlijk binnen het uur.
En aldus kon ik rustig verder werken. Was het niet dat ik de winter echt helemaal verschrikkelijk vind, het mocht wel vaker sneeuwen. Zo af en toe een dagje thuis werken, ik ben alvast fan.
(Misschien moet ik eens heel lief en diep in de ogen van mijn baas kijken. Wie weet)
ja doen, dat laatste, winst aan alle kanten!