Maandagavond was er een kleine volksverhuis in het gezin Brutin. Basiel was bij moeke in OLV Waver en wij moesten ook allebei naar daar. Niet alleen om de zoon op te halen, we hadden ook een afspraak bij de boekhouder. Samen. Het is niet dat we een vennootschap hebben (nog niet), maar we zijn wel allebei zelfstandige in bijberoep. Ik maak dus graag nog eens reclame. Bij mij kan u terecht voor stemmenwerk, presentaties en toebehoren – mijn lief herstelt met plezier uw computer. Want die dingen durven wel al eens iets anders doen, dan u had gehoopt. Daarvoor één adres: Tomputers. (De website is under construction, maar u kan hem ook via mij contacteren indien nodig. En laten we eerlijk zijn, het is slechts een kwestie van tijd voor u hem zal nodig hebben. Computers gaan namelijk_altijd_kapot.)
Maar daarover ging het niet. Terwijl we daar zaten, voelde ik mij plots een beetje slecht worden. Ik wilde niet flauw doen, dacht dat het met een beetje frisse lucht wel zou overgaan. Ha, naïef. Uiteindelijk hadden we alles besproken en konden we vertrekken. De frisse lucht had niet het gewenste effect, maar ik negeerde het nog steeds. Enfin, Basiel ingeladen (en de rest van zijn verhuiskaravaan) en vertrokken. Ik voelde me steeds mottiger worden. Jammer dat we ook nog moesten tanken bij een bepaald tankstation en dat niet meteen konden vinden. Ik zat ondertussen lijkbleek en doodstil op de passagierszetel. (lijk én dood, nu is het wel heel dramatisch. Maar eerlijk, zo voelde ik me ook).
Eerste stop: Nostalgie. Tevens de eerste spurt naar de wc, ik bespaar u de details. Vanaf dit punt moesten we ons opsplitsen, want mijn auto stond daar nog. Wat de meest helse rit van mijn leven ging worden. Oh my.
Ik heb ongeveer om de 30 seconden gedacht, dat ik het niet zou halen. Uiteindelijk ben ik ook echt moeten stoppen in Waasmunster, omdat het anders echt gruwelijk fout was gegaan. Plots was die parking echt gruwelijk fel verlicht en bleek er ook maar met moeite een plekje te zijn, waarop er geen vrachtwagenchauffeur vanuit zijn cabine me kon beloeren. En ik wilde ook niet dat er morgen een kind of hond – al spelend – in zou trappen. Oh ellende.
Vervolgens ben ik op de een of andere manier toch tot aan onze voordeur geraakt. Daar ben ik gewoon uit de auto gestapt en terwijl ik naar de wc spurtte heb ik geroepen ‘liefje, ga jij mijn auto parkeren.’ Iedereen had er op dat moment mee kunnen wegrijden, en het had me geen moer kunnen schelen. Ik wilde alleen een wc.
Want als een mens buikgriep heeft, is dat een ongelooflijke deugd. Net zoals ik iedereen kan aanraden om een wc op de kamer te installeren. Gewoon voor het geval dat ge eens buikgriep hebt. Ik hoef u ook de rest van het verhaal niet te vertellen. But involves kotsing en andere uitgangen. (Een een fantastisch lief dat een dekentje over mij legde, om handdoeken en water ging. En ondertussen ook zelf door het virus gepakt werd)
Ik ben naar de dokter gegaan, maar ik was niet verrast toen hij zei: buikgriep. En u vast ook niet. We kunnen daar kort over zijn, it sucks. Maar we proberen de zaken van de positieve kant te bekijken. Buikgriep rules, voor uw weegschaal toch.
Ha! Ik heb het ook al zitten gehad! En Philippe ook! Niet gezellig, inderdaad! En ge zijt er serieus mottig van. Vreemd hoe eten mij dan niets zegt… hopelijk al aan beterhand?
klein detail…het was dinsdagavond fie en ja, schrijf er maar bij dat je eerst dacht dat het aan mijn VERS gemaakte quiche lag…..
Hier doet de (gewone, geen buik-)griep de ronde. En wat voor één. Eerst de dochter en de zoon, en nu mijn man. Al 10 dagen. En nog ligt hij met een dekentje in de zetel.
Ik blijf overeind, maar ik geloof nooit dat dat zo zal blijven.
beterschap!