Het begon allemaal rooskleurig. Met een prachtig zonnetje en een ontspannen, vroege ochtend.
En toen was er een lastige mini-cooper. En wat later ook twee keukenhanddoeken vol bloed. En later ook nog smurfentaart.
Ik heb morgen de ochtend op Nostalgie, ik mag dus om 4u opstaan. Dat is even vroeg als het klinkt. Ik mag ter compensatie een week lang met een ongelooflijk blitse knaloranje Nostalgie-bestickerde mini-cooper rondrijden. Very cool. Ik ken niks van auto’s, maar dat beest heeft een geweldige baanligging en houdt ervan om op zijn staart getrapt te worden. Rrrr. Ik heb het beest overgenomen van mijn collega N., zij was dus de eerste die ik gisteren wakker belde toen het misging. Waarvoor mijn excuses.
Want ik ging namelijk nietsvermoedend tanken, in een heet tankstation in Gentbrugge. Net dicht genoeg bij de slangen geparkeerd, kaartje bovengehaald, met de slang in je handen. En dan. De slang past niet op de tank. Je denkt nog even, oei, ik heb diesel gepakt terwijl het naft is. Maar de sticker ‘diesel’ vertelde dat ik juist was. Mijn vinger in het gaatje leerde dat er in het tankgat een plaatje zat waar het niet moest zitten. Tanken was geen optie. Wat stoere mannen aangesproken, die zich uit de naad hebben gewerkt om deze bevallige dame te helpen. Helaas, in sommige gevallen is macho zijn niet genoeg. Volgens de handleiding van de mini, was er een veiligheid opgesprongen na een elektronicafout. Er zou in de koffer nog een klepje zijn om het manueel op te lossen. Ook het knopje weigerde dienst. Na wat paniektelefoons en kreten “waarom ik alweer?”, heb ik het er op gewaagd om op reserve nog naar Nostalgie te rijden. Ik ben er geraakt, heb het beest daar geparkeerd en ons moeke is me daar komen halen. First problem min of meer solved. (En ik mag nu even met de auto van oma rijden, thanks)
Daarna ging ik helpen bij mijn ouders in de slagerij. Als de winkel toe is, moeten daar machines afgekuist worden. Ik heb al een slechte band met de gehaktmixer (bijna een afgerukte arm ooit, al is het uiteindelijk bij een verpletterd exemplaar gebleven. De angst voor die machine is er nog steeds). Vanaf gisteren heb ik ook ruzie met de kaasmachine. Ik wou dat ding gewoon proper maken, heel lief en vriendelijk. En toch heeft het mij gebeten. (Of ik ben een beetje lomp geweest?). In ieder geval, het bloed gutste eruit. Echt twee vaatdoeken vol. Naar moemoe gelopen (next door), die heeft het verzorgd. Daar nog een grappig moment gehad toen ze er een plastic dopje over deed (om het waterdicht te maken) en zei “dat is precies een condoom”. Van uw moemoe e. En misschien nog grappiger dat ik er meteen uitflapte “Wel voor een klein pietje e”. Bij uw moemoe. Enfin, ik leef nog, danku.
Daarna nog wat verjaardag van mijn neef Jef gevierd bij tante Chris. Haar vriend Mark heeft mijn vinger trouwens kei sjiek verzorgd. Er was taart en goede gesprekken. Het werd laat. Ik was thuis op het uur dat ik morgen moet opstaan. 4u. Dat is een bocht van 180° in uw bioritme. Auw.
Maar we kunnen toch een besluit vormen. Autopanne, veel bloed en alweer mijn lief moeten missen. Ik heb al betere dagen gehad.
leuke momenten gisteren waren de rit moeder-dochter antwerpen-linkeroever en de terrasavond bij tante chris…by the way…hing je papierwinkel niet vol komkommersla en scampicurry? …
ik bedoel antwerpen- linkero
ever/ onze lieve vrouw waver…
Dat was ik inderdaad nog vergeten, dat mijn hele papierwinkel onder de komkommersla zat! Nog meer pech inderdaad 🙂