Eiers. Ik heb daar iets mee. Ge moet me niet uitlachen, het is echt waar.

Ik ben me altijd heel bewust geweest van de eiers in mijn lijf. Ik verdenk hen er zelfs van spontaan te beginnen springen als er een baby in mijn buurt kwam. Dat mocht zelfs een bleitend en irritant exemplaar zijn, dan nog. Maar ik ben er ook altijd heel streng voor geweest, voor mijn eiers. Tenminste, tot ik de man van mijn leven tegenkwam, maar dat verhaal kent u. Eitje 1 dat werd losgelaten zit hier nu vrolijk te brabbelen in zijn wippertje. En ook al hebben wij niet nader genoemde vrienden die durven te spreken van opgedroogde eierstokken bij vrouwen die op tram 3 zitten, die zullen over een paar maanden wel dimmen. Als ze zelf op die tram moeten springen. Ik wou maar zeggen, ook die eiers waarvan ik zelf de kip ben, wil ik toch even in de bloemen zetten.

Maar eigenlijk ging ik het nog veel meer hebben over echte eiers, want die spelen een belangrijke rol in mijn leven. Ik kom uit een echte eierfamilie.

Serieus, een heel deel van de waarden zijn gebouwd rond eiers. Wij aten vroeger elke vrijdagmorgen eieren, in verschillende vormen. Het leukste ontbijt van de week en niet alleen om het de laatste dag was dat ik naar school moest voor het weekend, echt niet. Volgens mij is de traditie er gekomen omdat mijn vader vrijdagmorgen naar de vroegmarkt in Brussel ging. Bij zijn thuiskomst had hij een stevig ontbijt nodig, en dat werd dan ook geserveerd. Spek met eieren, zacht gekookte eieren om te doppen of een heerlijk spiegeleitje. Mmmm.

Het gaat nog verder. Bij ons werd het volwassendom bepaald door eitjes. Voor dat ge uw plechtige communie gedaan had mocht ge één eitje eten bij het ontbijt. Dat is dus maar één zachte dooier om te doppen, veel te weinig. Maar na de plechtige communie was die miserie voorbij, vanaf dan mochten we twee eitjes eten. Feest! Twee eiers! Twee dooiers! Yihaa!

Nu ik alle katholiek juk van mij afgeschud heb, durf ik zelfs soms drie eieren te eten. Shame on me. Maar sommige heerlijke gerechten vragen daar gewoon om.

Eén van mijn favorieten: verloren brood. (Of zo u wil: wentelteefjes, gewonnen brood of turned bitches). Met wat eieren, melk en oud brood heb je een topgerecht. Ik kan mij daar ziek in eten. Maar ook van een simpel zacht gekookt eitje word ik wild. Ik eet dat zeker één keer per week. Ik zeg trouwens simpel, maar blijkbaar slagen veel mensen er niet in om het perfect te doen, zo’n stevige wit omhulsel met lopend eigeel. Bij mij lukt het bijna altijd. Shoot me, maar ik doe dat op gevoel. Ongeveer  4 à 5 minuten, maar nooit strak getimed. En daarna laten schrikken in koud water. Ge moet trouwens ook zeker eens doppen met peperkoek, heerlijk.

Maar eieren dus. Ik ben een grote fan. Ge denkt, owkee Sofie, allemaal goed en wel maar waarom haalt gij een loftrompet boven voor iets wat uit het gat van een kiek komt? Ik heb een goeie reden. Het is vrijdag Wereldeierdag.

Want het ei verdient dat.