Ik had er eigenlijk zelfs niet bij stil gestaan, dat het niet allemaal gemaakt zou zijn. Dat was in mijn hoofd geen optie. Vol goede moed had ik de namiddag van mijn verlof doorgebracht in ons koude huis (twee broeken, twee truien, dikke vest, handschoenen) om het vuurtje nog wat in het oog te houden naast de buizen. In afwachting van de loodgieter.

Ik had alvast de stoelen op de tafels gezet en gestofzuigd, zodat ik meteen na de herstelling kon beginnen te poetsen, want omdat iedereen nu met zijn vuile schoenen door het huis loopt, is het daar echt heel vies.

We hadden alles ingepakt bij hotel P., we hadden alles thuis weer op zijn plaats gelegd. Het zag er dan ook naar uit, dat we gewoon ‘s avonds weer in de warmte gingen zitten.

Helaas.

Het verdict is pijnlijk. Alles is kapot, ook de ketel en chauffagekast lekt langs alle kanten. We zijn nog niet aan het einde van de miserie. Het wordt meer dan waarschijnlijk een volledig nieuwe installatie. We hebben pech, dikke pech.

Ik had er zo naar uit gekeken om op mijn verjaardag weer thuis wakker te worden. Om het verlengde weekend dat ik uitzonderlijk in het vooruitzicht heb, volledig te besteden aan mijn nestdrang.

Eventjes niet. We zijn weer uithuizig. Ik ben niet thuis wakker geworden, maar wel met een lief briefje van de CEO van ons hotel :).

En met zoveel hartverwarmende berichtjes, op alle vlakken. Eigenlijk ben ik ook geweldig blessed. Ik heb het beste lief van de hele wereld, de meest fantastische vrienden, superfamilie en schoonfamilie en een baby die alles prima doet. Dat is echt wel het goede nieuws aan dit verhaal, dat iedereen zo meeleeft. En als ik het al koud had, dan wordt dat goedgemaakt door al die warme mensen.

(Ik besef dat dit zwaar op de rand van de overmeligheid is, maar het kan wel even had ik zo gedacht)