Er valt veel te zeggen over de relatie tussen mijn lief en auto’s. We zijn gegaan van
een complete apathie (“Waarom heb ik eigenlijk een rijbewijs nodig? Dat is toch
stom”), naar een diepe genegenheid. We zijn zelfs naar het autosalon geweest,
can you believe that? En moesten we geld hebben, hij zou er zeker eentje
gekocht hebben. (Ik ben dus ook maar meegegaan, om hem tegen te houden in
eventuele aankopen)
Er valt trouwens ook heel veel te zeggen over de rijstijl van mijn lief. Het rijbewijs
blijft redelijk vers, dat papiertje is pas eind mei in zijn bezit gekomen. En
zoals u misschien nog weet, zijn wij hier op 24 dagen van 0 naar geslaagd
gegaan. Dat blijft een topprestatie. Maar hij is (nog) niet de meest vlotte
chauffeur.
Het gaat elke dag beter, dat wel. En omdat ik niet te veel mocht heffen en sleuren
tijdens de verhuis, heeft hij heel wat toertjes gedaan tussen ons oude en
nieuwe huis. Zelfs met een hoop maten op de achterbank (of soms gewrongen
tussen een uit-elkaar gehaald bed of andere rommel, een schoon gezicht). En dat
heeft hem wat meer zelfvertrouwen gegeven. Ik ben ervan overtuigd dat we er
ooit echt gaan geraken.
Toch dateert onderstaand voorval al van een tijdje geleden. Mijn lief zat aan het stuur, ik zat er naast mooi te wezen. Op dat moment ben ik me altijd heel hard aan het
concentreren om niet op elk manoeuvre commentaar te geven, want dat is
blijkbaar niet zo aangenaam voor de chauffeur. En hoe ik het ook zeg, het is
meestal niet op de juiste toon (and believe me, ik heb een serieus arsenaal aan
‘tonen’ en ‘stemmetjes’). Maar toen, was ik echt braaf.
Op de ring rond Gent reed er een auto voor ons, die wat slakkenneigingen had. Laat ons zeggen dat hij ongeveer 30 reed, terwijl je daar toch 50 mag (en het is een
tweebaansvak). Plots zegt mijn lief droogweg:
“Beste chauffeur in de auto voor mij. Je mag hier 50 rijden. Groetjes Tom”
That’s why I love him.