Het is eigenlijk gewoon een dag als een andere, maar die symbolische
drempel van het nieuwe jaar doet je toch af en toe een beetje stilstaan.
Misschien zijn het de veranderingen in mijn lichaam en in ons leven, maar mijn
gedachten zijn de laatste tijd heel vaak bij jou.

Ik had vroeger mijn eigen kamer bij jou, en als ik daar buiten stapte,
botste ik op een gigantische familiefoto. Jouw moeder helemaal in het midden en
daarrond verschrikkelijk veel zonen, dochters, kinderen en kleinkinderen. Op
die foto was ik het een stuk van een vijfgeslacht. Moemoe met haar één been –  ze had suikerziekte en miste een been en zo
noemden wij haar nu eenmaal – was de overkoepelende factor.

Maar jij had die functie overgenomen. De mater familias, het bindmiddel,
de kop, het hoofd. Er was een nieuwe familie ontstaan, die zich helemaal aan
jou ontsponnen heeft. En die enkele jaren geleden aan een tweede groeironde is
begonnen, met nieuwe kleinkinderen en achterkleinkinderen die van dezelfde
leeftijd zijn. Met kerstavond zaten we vorige week rond een gezellige tafel
allemaal samen, dichter bij elkaar dan ooit tevoren, maar zonder ons kopstuk.

Oma, ik keek er zo naar uit om jou te vertellen dat ik mama zou worden.
We zouden dan een koffie gaan drinken, met een taartje. En ontelbare
stoffenwinkels aflopen. Ik zou je kunnen vertellen welke dekbedovertrekken ik
wel wilde, je zou gordijnen maken voor het kleintje en vast en zeker
voorstellen om in de kringloopwinkel een wieg te kopen die jij dan helemaal met
verse stof in het nieuw zou steken. En zoveel andere dingen.

Wij hadden altijd een speciale band. En dit wilde ik ook zo graag met
jou delen. Oma en kleindochter – en buggy. Voor je ziek werd, was je de meest
actieve 60 en 70-plusser die ik ooit ben tegengekomen. We konden dus gerust
lange wandelingen maken en jij zou trots kunnen uitpakken met je tweede
achterkleinkind. Ja, dat zouden we zeker doen.

Als ik terug denk aan mijn eigen kindertijd oma, dan kom ik altijd weer
bij jou terecht. Ik had mijn eigen kamer en die werd meestal een paar keer per
week gebruikt. Het weekend, dat was bij oma. Koffiekoeken, bakken, huisjes bouwen, ons J. wakker maken met een glas koud water. De vakanties, die waren bij oma. Mijn
oma.

En nu zit ik hier, met een heel vreemd gevoel. Ik krijg het niet van
mijn afgeschud dat ik jou niet kan vertellen dat er een kindje in mijn buik
zit. Je hebt het zelf vijf keer gedaan, dus we konden zeker ervaringen
uitwisselen. Dit is eigenlijk iets wat ik niet zonder mijn oma wil doen. Jij
was er altijd bij, jij moet er nu ook bij zijn in deze allergrootste stap in
mijn leven. Waar ben je?

Soms kijk naar boven. Soms babbel ik tegen mezelf tegen jou. Soms kijk ik naar je
foto. En altijd hoop ik dat je op de een of andere manier een oogje in het zeil
houdt. En dat je af en toe wel eens terug knipoogt.