Dus gisteren was het de 200ste jaarmarkt in mijn ouderlijke boerengat. Een feestelijke editie als het ware. Het was al een paar jaar geleden dat ik daar geweest was, maar als ze je vragen om de boel aan elkaar te praten. Dan kom je af, met veel plezier.
Ik sta wel vaker voor een publiek. Soms een groot, soms een minder groot. Soms een makkelijk, soms een moeilijk. Maar zelden eentje waar zoveel mensen weten dat ik ‘de dochter van den beenhouwer’ ben. In the matter of public speaking, vind ik niets zo moeilijk als op een podium staan voor mensen die ik ken. Liever duizend mensen die ik niet ken (dat vind ik redelijk de max, eigenlijk), dan dat ik weet dat er drie mensen in de zaal zitten van wie ik de naam ken.
Ik heb mijn lief trouwens meegesleurd naar het evenement. Hij heeft het geniale plan opgevat om voor de rest van zijn leven naast mij wakkker te worden, dat is reden genoeg om minstens één keer af te dalen naar de wortels van mijn bestaan. And yes, that involves meeting a lot of people. Het is ten slotte ook hèt evenement van het jaar. En uiteraard loop ik om de vijf meter mensen tegen het lijf, die ik nog ken uit een ver verleden. Waarvan trouwens ongeveer iedereen ondertussen getrouwd en met kinderen lijkt te zijn. Mensen die het West-Vlaams van mijn lief schattig of exotisch vinden en niet begrijpen waarom ik het prachtige OLV Waver zou achterlaten voor een ‘drukke en verre’ stad. In een andere provincie. Anyway, het heeft hem even tijd gekost om het hele gebeuren leuk te vinden. Maar uiteindelijk kwam het wel.
Er was dan ook veel om van te genieten. Willy Sommers, onder andere. Die niet alleen het hele dorp in een polonaise zette, maar ook als een razende op mij toe liep voor laat- ik-de-presentatrice-even-doodknijpen-knuffel. Die Willy toch. Ik moet hem nageven dat hij wel weet hoe een publiek in gang te zetten. En trouwens, zijn cd ’40 jaar carrière’ heeft na – amper – drie weken goud gehaald. Hij had expliciet gevraagd om dat nog een keertje aan het publiek te melden. Graag gedaan, Willy. En wat ik me nog afvroeg, die fans die vijf uur op voorhand aan de nadars op de eerste rij staan. Doen die dat elk weekend?
Er was ook Kenny. De vriendelijke jongen die graag charmezanger wil worden en met een plooibaar keukenstoeltje op het podium kroop. Hij was bijzonder mooi uitgedost, alleen heel jammer van de sportschoenen onder de outfit. Die waren niet van het coole type, laten we zeggen. Bij aanvang dachten we dat het verhaal van Kenny uit Aalst op de jaarmarkt een zielig einde zou kennen, maar gelukkig had hij 1 geluk. De mens kon eigenlijk best wel zingen.
Maar het absolute topmoment was toen een toeschouwer (eentje die ik niet kende en die waarschijnlijk ook niet wist dat ik ‘de dochter van den beenhouwer’ was) naar me toekwam. We spreken over een blonde 40-something man, die misschien wel al een pintje te veel gedronken had. Tenminste, dat hoop ik heel erg.
Hij stapte op mij toe met de volgende woorden:
“Gij, gij zijt nen tijger e”. (Denk daarbij een plat Wavers accent)
– Huh?
“Jaja, ge zijt nen tijger. Ge ziet dat direct.”
Rrrrr. (gromt op een sexy wijze)