Ik reed ergens vorige week op de E17, tussen Gent en Antwerpen. Nu, dat doe ik wel vaker. Ik woon namelijk in Gent en ik werk in Antwerpen. En het zou belachelijk zijn om dan langs de E40 te rijden.

Ergens tussen de afrit Sint Niklaas en Lokeren, werd ik gemolesteerd. Eén bepaalde auto bleef mij maar de hele tijd voorbijsteken, om zich dan weer te laten inhalen. Ik had er eerst niet zoveel aandacht voor, vloekte een klein beetje bij de onkunde van de chauffeur, maar verder niks.

Toen ik op de middenrijstrook reed, kwam de auto plots ostentatief naast mij rijden. Op dit punt was ik het al een beetje beu. Ik gaf de chauffeur een strenge blik.

Misschien kwam het door mijn zonnebril (ik rij bijna altijd met een zonnebril. Ja, ook als het regent – nee, niet ’s nachts). Maar het schrikte hem niet af. Hij gaf niet op. De auto (een dikke Jeep Audi trouwens) bleef maar naast mij rijden.

Plots maakte de chauffeur (inderdaad, een man) een vreemd gebaar. Ik snapte er eerst niks van. Ik dacht, onnozelaar, laat mij  nu gewoon gerust.

Maar toen begreep ik het. Hij maakte het gebaar ‘iets gaan drinken?’

Ik weet nog altijd niet wat ik er van moet denken. Ongewenste intimidatie op de E17 of mij gewoon geflatteerd voelen?

Als u wil weten hoe ik gereageerd heb. Ostentatief met mijn ogen gerold en opgeschoven naar de rechterrijstrook. En toch even gedacht, ow yeah.